ECLI:NL:GHAMS:2017:5074
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Mentorschap over een verstandelijk beperkte vrouw en de geschilpunten tussen ouders
In deze zaak gaat het om de benoeming van een mentor voor [dochter], een verstandelijk beperkte vrouw, na een geschil tussen haar ouders, de vrouw en de man. De vrouw is in hoger beroep gekomen tegen de beschikkingen van de rechtbank die een onafhankelijke mentor heeft benoemd, terwijl zij zelf de voorkeur heeft om als mentor op te treden. De vrouw stelt dat zij al 22 jaar voor [dochter] zorgt en dat een onafhankelijke mentor niet in het belang van [dochter] is, omdat zij moeite heeft met het vertrouwen van anderen. De man daarentegen is van mening dat de vrouw niet geschikt is als mentor, omdat [dochter] niet in staat is om haar voorkeur voor een mentor duidelijk te maken en dat er sprake is van een loyaliteitsconflict. Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder het gesprek dat de voorzitter met [dochter] heeft gevoerd, en concludeert dat het in het belang van [dochter] is dat een onafhankelijke derde als mentor wordt aangesteld. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikkingen van de rechtbank en wijst het verzoek van de vrouw af.