Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 december 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding dat was aangespannen door een onderwijsgevende, hierna [appellant], tegen Stichting Zaam, een interconfessionele organisatie voor voortgezet onderwijs. De appellant vorderde terugplaatsing naar zijn oorspronkelijke werkzaamheden op het Waterlant College, nadat hij op vrijwillige basis was overgeplaatst naar het Iedersland College. De appellant was sinds 1 maart 2011 in dienst als docent en had een conflict met de interim-directeur van het Waterlant College, wat leidde tot zijn tijdelijke overplaatsing. Na een mislukte bemiddeling stopte Stichting Zaam de loonbetaling en werd de appellant geconfronteerd met een rechtsgeldig overplaatsingsbesluit naar het Iedersland College.
Het hof oordeelde dat de vordering van de appellant tot terugplaatsing naar het Waterlant College moest worden afgewezen, omdat er inmiddels een rechtsgeldig overplaatsingsbesluit was genomen. Het hof stelde vast dat de appellant geen lesbevoegdheid meer had om op het Waterlant College te werken en dat hij inmiddels een andere opleiding volgde. De appellant had geen spoedeisend belang meer bij zijn vordering, aangezien de rechtsgeldigheid van het overplaatsingsbesluit niet was betwist. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, met uitzondering van de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, die tot een bedrag van € 750,- werden toegewezen. De kosten van het geding werden toegewezen aan de zijde van de partijen, waarbij de appellant grotendeels in het ongelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt de rechtsgeldigheid van overplaatsingsbesluiten binnen het onderwijs en de verantwoordelijkheden van zowel de werkgever als de werknemer in arbeidsconflicten.