In deze zaak heeft verzoekster [A] op 15 september 2017 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Zij verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Adcim Beheer B.V. en om onmiddellijke voorzieningen te treffen. De advocaat van verzoekster, mr. R.D. Rischen, heeft later producties ingediend ter ondersteuning van het verzoek. De verweerster, Adcim Beheer B.V., vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Borsboom, heeft op 28 september 2017 een verweerschrift ingediend waarin zij verzocht om verzoekster niet ontvankelijk te verklaren en haar te veroordelen in de kosten van het geding.
Op 11 oktober 2017 heeft verzoekster haar verzoek ingetrokken, mede omdat er weer overleg mogelijk leek te zijn met haar echtgenoot, [B]. De Ondernemingskamer heeft vervolgens de advocaten van partijen geïnformeerd dat de geplande mondelinge behandeling niet doorging en dat het dossier zou worden gesloten, tenzij er schriftelijk tegenbericht kwam. Mr. Borsboom heeft op 12 oktober 2017 verzocht om verzoekster in de kosten van de procedure te veroordelen, omdat het verzoekschrift minder dan 24 uur voor de behandeling was ingetrokken.
De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat verzoekster niet ontvankelijk is in haar verzoek, aangezien het verzoek is ingetrokken na indiening van het verweerschrift en minder dan 24 uur voor de mondelinge behandeling. Verzoekster is veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 3.398. De beschikking is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.