In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 augustus 2015. De verdachte, geboren in 1966 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor misdrijven en heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van een beveiliger en een politieagent. Tijdens een dronken bui heeft de verdachte de beveiliger in het gezicht gestompt, wat leidde tot pijn en letsel. Vervolgens gooide hij zonder enige aanleiding een fles water in het gezicht van een politieagent, die hierdoor ook letsel opliep. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die werd vernietigd. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van voorarrest, en een schadevergoedingsmaatregel van € 300 voor de benadeelde partij. Het hof heeft de straf aangepast en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd ter hoogte van € 300, subsidiair 6 dagen hechtenis, voor de benadeelde partij. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de op te leggen straf en maatregel vastgesteld in overeenstemming met de geldende wetgeving ten tijde van de feiten.