Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
's-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 15 mei 2017 (ECLI:NL:TNROSHE:2017:15). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) ongegrond verklaard
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klager, de appellant, een klacht ingediend tegen de notaris, waarin hij beschuldigt van valsheid in geschrifte en verduistering van een verklaring van zuivere aanvaarding. De klacht is ingediend na een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch, die de klacht ongegrond had verklaard. Klager heeft op 30 mei 2017 een beroepschrift ingediend, gevolgd door een aanvullend beroepschrift op 23 juni 2017. De notaris heeft op 19 juli 2017 een verweerschrift ingediend. De zaak is behandeld op een openbare zitting op 14 september 2017, waar klager aanwezig was, maar de notaris niet. Het hof heeft de aanvullende producties van klager buiten beschouwing gelaten omdat deze niet tijdig waren ingediend.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de moeder van klager overleed op 24 maart 2010 zonder testament. Klager en zijn broer en zus zijn ieder voor een derde gerechtigd in de nalatenschap. De zus gaf de notaris op 20 april 2010 opdracht om een verklaring van erfrecht op te stellen. Klager heeft op verschillende momenten verklaringen van zuivere aanvaarding ondertekend, maar heeft later betwist dat deze correct waren opgesteld. Klager verwijt de notaris dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd bij de verklaring van 19 maart 2015 en dat hij de verklaring van 13 oktober 2011 heeft verduisterd.
Het hof oordeelt dat de notaris voldoende heeft aangetoond dat het verschil in handschrift op de verklaringen te verklaren is en dat de beschuldiging van verduistering ongefundeerd is. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart de klacht ongegrond.