ECLI:NL:GHAMS:2017:4879
Gerechtshof Amsterdam
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 Sv
In deze zaak gaat het om een verzoekschrift tot schadevergoeding dat is ingediend door de appellant, die schadevergoeding vraagt van de Staat. Het verzoek betreft een bedrag van € 105,00 voor schade die de appellant stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in een strafzaak, en € 238,97 voor gederfde inkomsten. Het hoger beroep is ingesteld op 1 mei 2017, nadat op 25 april 2017 een volmacht aan de griffier was ingediend. De rechtbank had de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoekschrift te laat was ingediend, namelijk na sluitingstijd van de griffie op de laatste dag van de termijn. Het hof heeft echter geoordeeld dat het hoger beroep tijdig was ingesteld, omdat de termijn voor het indienen van verzoekschriften eindigt op de negentigste dag na beëindiging van de zaak, om 24:00 uur. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en heeft de appellant een schadevergoeding van € 105,00 toegekend, terwijl het verzoek om vergoeding van gederfde inkomsten werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam op 24 november 2017, en de beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.