ECLI:NL:GHAMS:2017:4852

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
24 november 2017
Zaaknummer
200.209.544/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentieel appel en oproeping van derden in civiele procedure

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van Kennemerland Beheer B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. Het hof behandelt een incidentele vordering van Retail Prospect, die vraagt om oproeping van derden in het geding. De rechtbank had Kennemerland Beheer veroordeeld tot betaling van € 100.000 aan Retail Prospect, exclusief btw, en had de vordering tegen de derden Kruisstraat Delft en [X] afgewezen. Retail Prospect stelt dat het hof hen moet oproepen in het kader van een voorwaardelijk incidenteel appel, afhankelijk van de uitkomst van de hoofdzaak. Het hof overweegt dat de incidentele vordering niet toewijsbaar is, omdat de vordering tegen de derden in kracht van gewijsde is gegaan. Het hof houdt iedere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol voor beraad op 5 december 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.209.544/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : C/15/231273/HA ZA 15-597
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 november 2017
inzake
KENNEMERLAND BEHEER B.V.,
gevestigd te Overveen,
appellante in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. D.J. Posthuma te Amsterdam,
tegen
de vennootschap onder firma RETAIL PROSPECT,
gevestigd te Gouda,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. I.J.M.I. Souren te Rotterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Kennemerland Beheer en Retail Prospect genoemd.
Kennemerland Beheer is bij dagvaarding, met producties, van 13 februari 2017 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem (hierna: de rechtbank) van 16 november 2016 (hierna: het bestreden eindvonnis) dat onder bovengenoemd zaak-/rolnummer is gewezen tussen (onder andere) Retail Prospect als eiseres en (onder andere) Kennemerland Beheer als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- incidentele conclusie tot oproeping ex artikel 118 Rv, tevens houdende memorie van antwoord, tevens houdende voorwaardelijk incidenteel appel, met producties, van de zijde van Retail Prospect;
- conclusie van antwoord in het incident, van de zijde van Kennemerland Beheer;
- akte in het incident zijdens Retail Prospect;
- antwoordakte in het incident zijdens Kennemerland Beheer.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.
Retail Prospect heeft incidenteel gevorderd dat het hof haar zal toestaan, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, Kruisstraat Delft B.V. (hierna: Kruisstraat Delft) en [X] (hierna: [X] ) ex artikel 118 Rv in het geding op te roepen, met veroordeling van Kennemerland Beheer in de kosten van het incident.
Kennemerland Beheer heeft geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de incidentele vordering zal afwijzen, met veroordeling van Retail Prospect in de kosten van het incident.

2.Beoordeling

2.1.
Het gaat in deze zaak, kort samengevat en voor zover in het incident van belang, om het volgende. Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank Kennemerland Beheer veroordeeld tot betaling aan Retail Prospect van een bedrag van € 100.000,= exclusief btw (€ 121.000,= inclusief btw) vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast is Kennemerland Beheer veroordeeld tot betaling aan Retail Prospect van buitengerechtelijke kosten vermeerderd met de wettelijke rente en de kosten van het geding. De vordering van Retail Prospect tegen de medegedaagden Kruisstraat Delft en [X] werd afgewezen, met veroordeling van Retail Prospect in de kosten van die partijen, begroot op nihil. Het bestreden vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft Retail Prospect erop gewezen dat het incident tot oproeping ziet op een voorwaardelijk incidenteel appel dat door haar is ingesteld voor zover hetgeen Kennemerland Beheer heeft aangevoerd in grief 14 zou slagen. Het voorwaardelijk incidenteel appel ziet op de afwijzing door de rechtbank in rov. 4.4 en 4.17 van de vorderingen tegen Kruisstraat Delft en [X] . Indien het hof anders oordeelt dan de rechtbank op dit punt, staat volgens Retail Prospect vast dat Kruisstraat Delft als haar contractuele wederpartij geldt aangezien Kennemerland Beheer dit zelf stelt, althans uiteindelijk aansprakelijk is te achten voor de nakoming van de ten processe bedoelde bonus, hetgeen evenzeer opgaat voor [X] nu Kruisstraat Delft - naar zeggen van gedaagden in eerste aanleg - geen verhaal (meer) biedt. Dit brengt met zich dat Retail Prospect voor dat voorwaardelijke geval recht heeft op en belang heeft bij oproeping van Kruisstraat Delft en [X] als bedoeld in artikel 118 Rv, aldus Retail Prospect.
2.3.
Kennemerland Beheer heeft tegen de incidentele vordering verweer gevoerd op gronden die hierna, zo nodig, zullen worden besproken.
2.4.
Hoewel Retail Prospect haar incidentele vordering ex artikel 118 Rv primair slechts voorwaardelijk heeft ingesteld, namelijk voor het geval het hof in de hoofdzaak grief 14 gegrond acht, overweegt het hof reeds nu dat de incidentele vordering niet toewijsbaar is. Daartoe dient het volgende. De rechtbank heeft bij het bestreden vonnis de vordering van Retail Prospect tegen Kruisstraat Delft en [X] afgewezen. Aangezien Retail Prospect niet binnen drie maanden tegen dat vonnis, voor zover tegen Kruisstraat Delft en [X] gewezen, heeft geappelleerd, is dat vonnis in zoverre, zoals Kennemerland Beheer ook heeft aangevoerd, in kracht van gewijsde gegaan. De oproeping van laatstgenoemde partijen ex art. 118 Rv in het onderhavige geding tussen Retail Prospect en Kennemerland Beheer, dient dan ook geen enkel redelijk doel. Het hof zal echter formeel iedere beslissing aanhouden, omdat de incidentele vordering, als gezegd, primair voorwaardelijk is ingesteld. Hoe dan ook zal Retail Prospect bij het eindarrest in de hoofdzaak in de kosten van dit incident worden veroordeeld omdat deze kosten nodeloos zijn veroorzaakt.
2.5.
Hoewel Retail Prospect incidenteel appel heeft ingesteld, ziet het hof geen aanleiding de zaak naar de rol te verwijzen voor een memorie van antwoord van de zijde van Kennemerland Beheer in dat appel. Het incidentele appel betreft immers slechts de afwijzing van de vordering van Retail Prospect tegen Kruisstraat Delft en [X] . Mocht Kennemerland niettemin in het incidentele appel willen antwoorden, dan kan zij dat op de rol kenbaar maken. Thans zal de zaak voor beraad naar de rol worden verwezen.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident:
houdt iedere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 5 december 2017 voor beraad partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, L.A.J. Dun en L.R. van Harinxma thoe Slooten en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 november 2017.