In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, gepleegd op 20 april 2013 te Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem een geldboete had opgelegd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 oktober 2017 heeft de verdachte aangevoerd dat hij handelde uit noodweer, omdat hij zich geconfronteerd voelde met een wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte de confrontatie zocht en niet in een situatie van noodweer verkeerde. De verklaringen van getuigen en het slachtoffer wezen erop dat de verdachte agressief op het slachtoffer afging, wat leidde tot de mishandeling. Het hof heeft het beroep op noodweer verworpen en het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is schuldig bevonden aan mishandeling en veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week en een geldboete van € 500,00, subsidiair tien dagen hechtenis. Tevens is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, omdat deze reeds was ten uitvoer gelegd.