ECLI:NL:GHAMS:2017:4799

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2017
Publicatiedatum
22 november 2017
Zaaknummer
23-000182-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal wegens gebrek aan oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal van een golfclub, die toebehoorde aan een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 21 december 2016 in Amstelveen. De verdachte werd aangetroffen in de tuin van het slachtoffer, met de golfclub in zijn handen. De verdachte verklaarde zich door drugsgebruik niet te kunnen herinneren hoe hij in de tuin was gekomen.

Het hof heeft de zaak onderzocht en vastgesteld dat de verdachte zich in een verwarde toestand bevond en dat de tuin omheind was. De verdachte had de golfclub uit een tas gepakt die in een schuur in de tuin stond. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte de golfclub in zijn handen had, er geen overtuiging bestond dat hij de intentie had om de golfclub wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte had mogelijk de golfclub gepakt om een opening in de omheining te forceren om de tuin te kunnen verlaten. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal.

Daarnaast heeft het openbaar ministerie vorderingen tot tenuitvoerlegging gedaan van eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen, maar deze zijn afgewezen omdat de verdachte werd vrijgesproken van de diefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan door de verdachte vrij te spreken van de beschuldiging.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000182-17
datum uitspraak: 20 oktober 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 januari 2017 in de strafzaak onder de parketnummers
13-703394-16, 09-191879-14 (TUL) en 10-266711-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 oktober 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na een in eerste aanleg toegestane wijziging - ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 21 december 2016 te Amstelveen, in elk geval in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een golfclub/golfstick, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren waren verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte/schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf welke in kracht van gewijsde was gegaan.
subsidiair:
hij op of omstreeks 21 december 2016 te Amstelveen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, weg te nemen een golfclub, toebehorende aan [slachtoffer], hebbende verdachte zich toegang verschaft tot de tuin en/of de schuur en/of (vervolgens) die golfclub weggenomen, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Vast staat dat de verdachte op 21 december 2016 in de tuin van de woning van [slachtoffer] is aangetroffen; de verdachte maakte een verwarde indruk. De tuin was omheind met een 1.80 meter hoge schutting en de tuinpoort was op dat moment afgesloten; eerder die avond was dit laatste mogelijk niet het geval. De verdachte had toen en daar een aan [slachtoffer] toebehorende golfclub in zijn handen. Deze golfclub had de verdachte kennelijk uit een tas met golfclubs gepakt, welke tas in een in die tuin gelegen schuur stond. Toen de politie enige tijd later arriveerde, stond de verdachte nog steeds met de golfclub in zijn handen in de tuin. De verdachte zegt zich door drugsgebruik niet te kunnen herinneren hoe hij in de tuin terecht is gekomen en wat hij daar wilde doen.
Mede gelet op het feit dat de verdachte, nadat hij door de bewoners in de tuin was aangetroffen, de tuin niet heeft verlaten, acht het hof niet onaannemelijk dat de verdachte, zoals ook door hem gesuggereerd, de golfclub enkel heeft gepakt om hiermee een opening in de omheining dan wel de poort te forceren teneinde vervolgens de tuin te kunnen verlaten. In die situatie is evenwel geen sprake van een oogmerk van toe-eigening. Gelet op het voorgaande heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat de verdachte zich de golfclub wilde toe-eigenen, zodat de verdachte van het hem ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 30 april 2015, met parketnummer 09-191879-14, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met proeftijd van 2 jaren, alsmede van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 19 februari 2015, met parketnummer
10-266711-14, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week met een proeftijd van 2 jaren gevorderd. Beide vorderingen zijn in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- tablet (goednummer 5308100);
- telefoon (goednummer 5308104);
- tablet (goednummer 5308103);
- schroevendraaier (goednummer 5308105);
- telefoon (goednummer 5308114);
- telefoon (goednummer 5308113);
- navigatiesysteem (goednummer 5308115);
- telefoon (goednummer 5308120);
- pillen (goednummer 5308197);
- mes (goednummer 5308208).
Gelast, voor zover nog niet geschied, de teruggave aan [slachtoffer]van de in beslag genomen golfclub (goednummer 5308123).
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 30 december 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank
's-Gravenhage van 30 april 2015, parketnummer 09-191879-14, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met proeftijd van 2 jaren.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 30 december 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 19 februari 2015, parketnummer 10-266711-14, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 week met een proeftijd van 2 jaren.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.M. Degenaar, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 oktober 2017.
mr. C.M. Degenaar en mr. A.E. Kleene-Krom zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.