Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 juli 2016 in de gemeente Haarlem brigadier van politie [verbalisant 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Vuile vetzak" en/of "Ik maak je helemaal af. Als ik je in burger tegenkom, dan sloop ik je helemaal. Ik weet dat jij met je vrouw boodschappen doet bij de Vomar. Ik trek gewoon een bivakmuts aan en maak jullie helemaal af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van gevoerde bewijsverweren
Bewezenverklaring
hij op 24 juli 2016 in de gemeente Haarlem, ter uitvoering van zijn voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in een schoenmakerij aan [adres 1] weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, toebehorende aan [slachtoffer 1] , en die weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, opzettelijk de onderste ruit van een toegangsdeur van die winkel heeft vernield door een steen tegen die ruit te gooien en met geschoeide voet tegen die ruit te trappen, zijnde de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid, alleen ten gevolge van de van zijn, verdachtes wil onafhankelijke omstandigheid, dat hij werd gestoord door voorbijgangers;
hij op 24 juli 2016 in de gemeente Haarlem brigadier van politie [verbalisant 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je helemaal af. Als ik je in burger tegenkom, dan sloop ik je helemaal. Ik weet dat jij met je vrouw boodschappen doet bij de Vomar. Ik trek gewoon een bivakmuts aan en maak jullie helemaal af.”
[slachtoffer 1](dossierpagina’s 01-03), inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer de op 24juli 2016 door aangever ten overstaan van verbalisant Welboren afgelegde verklaring:
Op zaterdag 23 juli 2016 om 12:00 uur heb ik mijn bedrijfspand aan de [adres 1] te Haarlem afgesloten. Alles was in goede staat. Ik ben de eigenaar van de schoenmakerij. Op 24 juli 2016 omstreeks 02:45 uur werd ik gebeld door de politie dat er was ingebroken. Ik kwam toen bij mijn pand en zag dat het onderste raam van de voordeur vernield was. Er was een steen doorheen gegooid. Voor zover ik kan zien mis ik geen goederen uit de winkel.(..) “;
[Getuige 1](dossierpagina’s 04-08), inhoudende - zakelijk weergegeven – onder meer de op 24 juli 2016 door getuige ten overstaan van verbalisant [verbalisant 4] afgelegde verklaring:
Op zondag 24 juli 2016, omstreeks 02.28 uur (..) hoorde ik een klap gevolgd door glasgerinkel. Nadat ik de klap hoorde keek ik uit mijn raam. Ik zag in eerste instantie twee jongens. Alle twee de jongens hadden een blanke huidskleur, hadden alle twee lichtbruin haar. Een van de jongens droeg een witkleurig T-shirt met iets zwarts erop. De andere had een zwart T-shirt. (..) Ik zag dat de jongen met het witte T-shirt met zijn rug naar de voordeur van de schoenmaker ging staan, zijn armen wijd uitstrekte en zich vastpakte aan de deurstijl. Ik zag dat hij zijn knie optrok en een trappende beweging naar achter maakte. Ik hoorde gelijk hetzelfde geluid als ik eerder hoorde, een klap gevolgd door glasgerinkel. Ik zag dat de jongen met het zwarte shirt iets verder op aan de linkerzijde van de schoenmaker stond. Kennelijk stond hij op de uitkijk. Toen er een fietser voorbij kwam fietsen liepen de jongens door alsof er niets aan de hand was. Toen zag ik ineens een derde jongen. (..) Hij droeg geen lichte kleding, de kleur weet ik niet precies. Kort hierop kwamen er met grotere regelmaat fietsen voorbij rijden en ik zag dat de jongens wegliepen in de richting van het centrum. (.)“
verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4]gerelateerde bevindingen:
Tijdens het aanrijden hoorden wij dat de centralist ons meldde dat het zou gaan om drie jongens die op dat moment weg liepen van de schoenmakerij in de richting van het centrum van Haarlem. Wij hoorden dat de centralist de signalementen van de personen doorgaf. Wij hoorden dat het zou gaan om drie blanke jongens waarvan een (1) een wit t ‘shirt droeg en een donkere broek en blond haar had en een (1,) een donker t‘shirt. Wij, verbalisanten reden vanaf de Zaanenstraat in noordelijke richting en zagen aan onze linkerzijde op het trottoir drie jongens in de richting van het centrum van Haarlem lopen welke voldeden aan het voornoemde signalement. Hierop hebben wij de personen staande gehouden. Deze personen werden ons later bekend als zijnde: (..) [medeverdachte 2] (..) [verdachte] (..) [medeverdachte 1] (..)
verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6]gerelateerde bevindingen:
Wij spraken hier met getuige[Getuige 1]. (..) Wij hoorden haar het volgende zeggen:
verbalisant:
[Getuige 2] :
verdachte [medeverdachte 1] :
verbalisanten:
verdachte [medeverdachte 1] :
Ten aanzien van feit 2
van [verbalisant 1](dossierpagina’s 37-39), inhoudende – zakelijk weergegeven– — onder meer de op 24juli 2014 ten overstaan van verbalisant [verbalisant 8] afgelegde verklaring:
Vannacht op 24 juli 2016 omstreeks 02.45 uur was ik ter plaatse op [adres 2] . Aldaar waren zojuist drie jongemannen aangehouden welke werden verdacht van een poging tot inbraak. Ik was in dienst en was gekleed in mijn politie uniform. Een van de verdachten was genaamd [verdachte] . Ik herkende trouwens [verdachte] ambtshalve omdat ik meer met hem te maken heb gehad bij verschillende incidenten. Nadat [verdachte] was aangehouden
verbalisant [verbalisant 2]
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.