Uitspraak
Omvang van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in de periode van 3 oktober 2015 tot en met 4 oktober 2015 te Zaandam en/of te Amsterdam (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en (telkens) die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met bij een diefstal uit de woning van die [slachtoffer 1] weggenomen bankpasje(s), heeft getracht ( bij (een) geldautoma(a)ten van de ABN Amro aan de Lobeliusstraat te Zaandam en/of de Rabobank aan de Distelweg te Amsterdam) geld op te nemen/pinnen, terwijl (telkens) de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op een tijdstip gelegen in de periode van 17 oktober 2015 tot en met 18 oktober 2015 te Sint Nicolaasga, gemeente De Friese Meren, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres 2], heeft weggenomen een grote hoeveelheid, althans een of meer (gouden en/of zilveren) siera(a)d(en) en/of een of meer spaarpot(ten) (inhoudende (in totaal) ongeveer 785 euro), althans enig geldbedrag en/of een politie-uniform en/of een horloge (merk: Diesel), in elk geval een of meer goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of zijn echtgenote [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Vonnis waarvan beroep
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
- Op 3 oktober 2015 heeft de verdachte meermalen telefonisch contact gehad met medeverdachte M. [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]). Uit de - afgeluisterde - telefoongesprekken komt naar voren dat zij elkaar die dag omstreeks 19.14 uur hebben getroffen.
- Op 3 oktober 2015 is om 23.39 uur met een bij een woninginbraak buitgemaakte creditcard geprobeerd geld op te nemen bij een geldautomaat in Zaandam. Op 4 oktober 2015 is om 00.14 uur met diezelfde creditcard getracht geld op te nemen bij een geldautomaat in Amsterdam.
- De auto van [medeverdachte], die was voorzien van een peilbaken, bevond zich omstreeks die twee laatste tijdstippen in de buurt van bedoelde geldautomaten.
- Dit laatste geldt ook voor de telefoontoestellen die in gebruik waren bij de verdachte respectievelijk [medeverdachte].
- Op camerabeelden die bij de geldautomaat in Zaandam van de betrokken pinner zijn gemaakt, is te zien dat diens jas zeer grote gelijkenis vertoont met de jas die de verdachte na zijn aanhouding in bezit bleek te hebben.
- Op camerabeelden die bij de geldautomaat in Amsterdam van de betrokken pinner zijn gemaakt is te zien dat diens jas zeer grote gelijkenis vertoont met de jas die [medeverdachte] na zijn aanhouding in bezit bleek te hebben.
- Beide pinners hielden een doek voor hun gezicht, kennelijk teneinde hun identiteit te verhullen.
- Op 4 oktober 2015 om 3.12 uur had [medeverdachte] telefonisch contact met een derde persoon gehad en meldde hij toen dat hij net terugreed van een ‘jobba’ (het hof begrijpt: een gepleegd strafbaar feit).
- De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij was gestopt met legaal werken en dat hij wist dat het niet goed was wat hij deed en daar niet trots op was, maar dat zijn kinderen nu wel te eten hadden.
- Het telefoontoestel dat in gebruik was bij de verdachte heeft zich vervolgens tussen 17.23 uur en 18.05 uur verplaatst van Hoofddorp via Amsterdam en Muiden naar Almere, met andere woorden in de richting van de noordelijke provincies.
- De bij [medeverdachte] in gebruik zijnde auto bevond zich op 17 oktober 2015 tussen 19.00 en 21.00 uur in Sint Nicolaasga, daarna in Sloten (in de straat achter de Spanjaardsdijk), en ten slotte in Lemmer, in welke plaats [medeverdachte] een loods huurde.
- Tussen 17 oktober 2015 te 15.00 uur en 18 oktober 2015 te 11.45 uur zijn in de gemeente De Friese Meren twee woninginbraken gepleegd, één in een woning aan het [adres 2] in Sint Nicolaasga en één in een woning aan de [adres 3] te Sloten. Bij deze inbraken zijn onder andere diverse sieraden en waardevolle, bijzondere munten buitgemaakt. De sieraden, die zich onderscheiden door specifieke kenmerken en inscripties, zijn op 29 oktober 2015 aangetroffen tijdens een doorzoeking van de door [medeverdachte] gehuurde loods.
- Op 17 oktober 2015 om 22.00 uur heeft [medeverdachte] zijn vriendin gebeld en haar en gevraagd op internet te zoeken met behulp van de zoektermen ‘Lodewijk Nap[oleon] Koning van Holland 1808’ en iets te zoeken over een munt.
- Op 18 oktober 2015 te 0.25 uur bevond het bij de verdachte in gebruik zijnde telefoontoestel zich in Hoofddorp.
- Tussen 17 oktober 2015 te 22.54 uur en 18 oktober 2015 te 0.55 uur is het voertuig waarin [medeverdachte] zich bevond nabij Schiphol gecontroleerd door een politieambtenaar die daarbij sierraden heeft gezien. De verdachte heeft de controle gadegeslagen en bevond zich dus in de onmiddellijke omgeving van [medeverdachte].
- Op 19 oktober 2015 hebben de verdachte en [medeverdachte] een telefoongesprek gevoerd over ‘dat ding waarvan ze hopen dat het geen replica is’.
- [medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte een gouden muntstuk bij hem had achtergelaten, dat die munt volgens de verdachte tussen de tien- en de veertigduizend euro waard zou zijn, dat hij
- De verdachte heeft – zoals hiervoor al bleek – tegenover de politie verklaard dat hij was gestopt met legaal werken en dat hij wist dat het niet goed was wat hij deed en daar niet trots op was, maar dat zijn kinderen nu wel te eten hadden.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 3 oktober 2015 tot en met 4 oktober 2015 te Zaandam en te Amsterdam telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer geldbedragen toebehorende aan [slachtoffer 1], en telkens die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met bij een diefstal uit de woning van die [slachtoffer 1] weggenomen pas, heeft getracht bij geldautomaten van ABN Amro aan de Lobeliusstraat te Zaandam en Rabobank aan de Distelweg te Amsterdam geld op te nemen, terwijl telkens de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging/bepaling van hoofdstraf, bijkomende straf en maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 02-800933-14
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 09-818067-14
BESLISSING
- een
- verbeurdverklaringvan de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven
sok, kleur zwart (5071204), - onttrekking aan het verkeervan het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven
pistool(5071175).
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- zich meldt bij Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- deelneemt aan de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve Vaardigheden Plus;
- zich onder begeleiding stelt van stichting MEE of Pameijer of een soortgelijke, nader door de reclassering aan te wijzen instelling, en zich houdt aan de aanwijzingen die hem door of namens zijn begeleiders worden gegeven;
- zich onder ambulante behandeling stelt van centrum voor ambulante forensische psychiatrie De Waag of een soortgelijke, nader door de reclassering aan te wijzen instelling, en zich houdt aan de aanwijzingen die hem door of namens zijn behandelaars worden gegeven.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
60 (zestig) dagen.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.