ECLI:NL:GHAMS:2017:4461
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep met toepassing van artikel 63 Wetboek van Strafrecht
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gedateerd 1 februari 2017. De zaak betreft een strafzaak met de parketnummers 96-204948-16 en 96-088109-13. De verdachte, wiens identiteit in het document niet is vermeld, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste rechter. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 oktober 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om dezelfde straffen op te leggen als die door de politierechter zijn opgelegd. Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de raadsvrouw van de verdachte, maar heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het eerdere vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling van de zaak in hoger beroep en de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht niet hebben geleid tot andere overwegingen of beslissingen dan die van de eerste rechter. Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met mr. A.E.M. Röttgering, mr. J.J.I. de Jong en mr. R. Kuiper in de zitting, en is openbaar uitgesproken op 1 november 2017.