Uitspraak
mr. J.W. de Groot,
mr. A.W. van der Veenen
mr. E.S. van Dusschoten, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M.B. Krestin,kantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
mr. H.A. van Hulst,
mr. P.G.M. Brouweren
mr. G. Beurskens, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
3 [B] ,
mr. H.A. van Hulst,
mr. P.G.M. Brouweren
mr. G. Beurskens),
[C],
mr. E.M. Soerjatin).
1.Het verloop van het geding
2.Gronden van de beslissing
mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. S. ten Have, raden(…)” waar had moeten worden vermeld dat niet drs. P.G. Boumeester maar drs. P.R. Baart als raad deze beschikking mede heeft gegeven. Het voorgaande is aan te merken als een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die zich leent voor verbetering zoals eveneens in dat artikel bedoeld. De Ondernemingskamer zal die fout verbeteren en wel als volgt.