ECLI:NL:GHAMS:2017:4402

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2017
Publicatiedatum
1 november 2017
Zaaknummer
200.203.537/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van een kennelijke fout in een beschikking van de Ondernemingskamer

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2017 een beschikking gegeven waarin een kennelijke fout in een eerdere beschikking van 6 oktober 2017 werd hersteld. De zaak betreft een verzoek van de vennootschap EOLIA LIMITED, gevestigd te Malta, tegen de besloten vennootschap AVINCO HOLDINGS B.V. en AVINCO GROUP HOLDINGS N.V., evenals tegen RIATA INTERNATIONAL INC. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat in de beschikking van 6 oktober 2017 ten onrechte was vermeld dat drs. P.G. Boumeester de beschikking mede had gegeven, terwijl dit drs. P.R. Baart was. Dit werd aangemerkt als een kennelijke fout die kon worden verbeterd op grond van artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De Ondernemingskamer heeft de betrokken advocaten op de hoogte gesteld van het voornemen om deze fout te herstellen en hen de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten. Aangezien geen van de advocaten hierop heeft gereageerd, heeft de Ondernemingskamer besloten de beschikking te verbeteren. De verbeterde tekst van de beschikking is vervolgens in de nieuwe beschikking opgenomen, waarbij de juiste namen van de raadsheren zijn vermeld. De Ondernemingskamer heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.203.537/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 27 oktober 2017
inzake
de vennootschap naar het recht van Malta
EOLIA LIMITED,
gevestigd te Malta,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. J.W. de Groot,
mr. A.W. van der Veenen
mr. E.S. van Dusschoten, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AVINCO HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. M.B. Krestin,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar het recht van Curaçao
AVINCO GROUP HOLDINGS N.V.,
gevestigd te Curaçao,
2.
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. H.A. van Hulst,
mr. P.G.M. Brouweren
mr. G. Beurskens, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

3 [B] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
zonder advocaat (voorheen
mr. H.A. van Hulst,
mr. P.G.M. Brouweren
mr. G. Beurskens),
e n t e g e n
4. de rechtspersoon naar het recht van de republiek van Panama
RIATA INTERNATIONAL INC.,
gevestigd te Planta Baja (Panama),
5.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
zonder advocaat (voorheen
mr. E.M. Soerjatin).

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 24 november 2016, 6 december 2016 en 6 oktober 2017.
1.2
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen bij e-mail van 10 oktober 2017 bericht dat de Ondernemingskamer voornemens is om – op de voet van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering – haar beschikking van 6 oktober 2017 te herstellen in de hieronder onder 2. bedoelde zin en hen in de gelegenheid gesteld zich daarover uiterlijk op 16 oktober 2017 uit te laten. Geen van de advocaten heeft zich uitgelaten over het voorgenomen herstel.

2.Gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft geconstateerd dat onderaan haar beschikking van 6 oktober 2017 is vermeld dat die beschikking gegeven is door “
mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. S. ten Have, raden(…)” waar had moeten worden vermeld dat niet drs. P.G. Boumeester maar drs. P.R. Baart als raad deze beschikking mede heeft gegeven. Het voorgaande is aan te merken als een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die zich leent voor verbetering zoals eveneens in dat artikel bedoeld. De Ondernemingskamer zal die fout verbeteren en wel als volgt.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert haar in de onderhavige zaak op 6 oktober 2017 gegeven beschikking in dier voege dat de laatste zin van die beschikking komt te luiden als volgt: “Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 oktober 2017.”
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 27 oktober 2017.