In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van een mobiele telefoon ter waarde van circa 149 euro, die was weggenomen uit een Media Markt. De tenlastelegging betrof diefstal op of omstreeks 8 december 2015 te Amsterdam, waarbij de verdachte zou hebben samengewerkt met anderen. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen en heeft de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken.
Het hof heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd. De verdachte had in eerste aanleg een gevangenisstraf van twee weken opgelegd gekregen. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren geëist, waarbij de verdachte zelf ook om een voorwaardelijke straf heeft verzocht. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn positieve ontwikkeling in de afgelopen tijd, zoals het hebben van een fulltime baan en het aflossen van schulden.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft de ernst van de diefstal en de gevolgen voor het slachtoffer in overweging genomen, maar ook de positieve veranderingen in het leven van de verdachte. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met de mogelijkheid dat deze straf ten uitvoer kan worden gelegd als de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.