ECLI:NL:GHAMS:2017:4385
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak na verkeersongeval door gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was betrokken bij een verkeersongeval op 7 april 2016 in Amsterdam, waarbij hij de plaats van het ongeval had verlaten. De tenlastelegging betrof het verlaten van de plaats van het ongeval terwijl er schade was toegebracht aan een ander, in dit geval een slachtoffer. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 september 2017 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straf als in eerste aanleg opgelegd. De verdediging betoogde echter dat de verdachte vrijgesproken diende te worden, omdat de enige belastende verklaring afkomstig was van een getuige, waarvan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid ter discussie werden gesteld.
Het hof oordeelde dat de belastende verklaring van de getuige onvoldoende steun vond in ander bewijsmateriaal. Het hof benadrukte dat op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering het bewijs niet uitsluitend kan steunen op de verklaring van één getuige. Aangezien het bewijs niet wettig en overtuigend was, sprak het hof de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Het vonnis waarvan beroep werd vernietigd, en het hof deed opnieuw recht door te verklaren dat niet bewezen was dat de verdachte het hem ten laste gelegde had begaan.