ECLI:NL:GHAMS:2017:4364
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bedreiging met zware mishandeling en vordering immateriële schadevergoeding
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met zware mishandeling van een buurman op 4 juni 2015 te Amsterdam. De verdachte zou met een mes dreigend voor de buurman hebben gestaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar heeft het vonnis van de politierechter vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie kwam. De verdachte werd schuldig bevonden aan bedreiging met zware mishandeling, maar het hof besloot geen straf of maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat er sinds het incident geruime tijd was verstreken en de verdachte geen eerdere strafbare feiten had gepleegd.
Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot een bedrag van € 200,00 voor immateriële schade. In hoger beroep heeft de benadeelde partij zich echter niet opnieuw gevoegd, en het hof oordeelde dat de vordering niet-ontvankelijk was wegens gebrek aan onderbouwing. Het hof concludeerde dat er geen geestelijk letsel was aangetoond door de benadeelde partij, waardoor de vordering moest worden afgewezen. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden.