Uitspraak
mrs. J.G. Princenen
J.P.D. van de Klift, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
mrs. R.C. de Molen
M.H.J. van Rest, beiden kantoorhoudende te Den Haag),
mr. J.H. Toninokantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2017 een beschikking gegeven in een enquêteprocedure betreffende de besloten vennootschappen Kors B.V., Pervasco B.V., Confiserie Napoleon B.V., Pervasco-Internoba Holding B.V., Inter-Noba B.V. en Pervasco Export B.V. De raadsheer-commissaris heeft het verzoek van Boegbeeld B.V. afgewezen om het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van deze vennootschappen zo spoedig mogelijk te laten aanvangen. Dit verzoek was gedaan op basis van artikel 2:350 lid 4 BW, waarbij Boegbeeld B.V. aanvoerde dat het onderzoek nog niet was gestart en dat er urgentie was vanwege de financiële situatie van Kors B.V.
De raadsheer-commissaris oordeelde dat het onderzoek nog niet kon beginnen omdat er onvoldoende financiële middelen waren om de onderzoeker te betalen. De bestuurder en de beheerder van Kors B.V. gaven aan dat er geen zekerheid was voor de kosten van het onderzoek en dat er geen derde partij was die bereid was deze kosten te dekken. De raadsheer-commissaris concludeerde dat het verzoek om de tijdelijk bestuurder van Kors B.V. te bevelen maatregelen te treffen om het onderzoek te laten starten, niet kon worden toegewezen, omdat dit verzoek buiten de reikwijdte van artikel 2:350 lid 4 BW viel.
De beschikking benadrukte dat de onderzoeksopdracht aan de onderzoeker wordt bepaald door de beschikking van de Ondernemingskamer en dat verzoeken tot uitbreiding van de reikwijdte van het onderzoek eveneens buiten de reikwijdte van artikel 2:350 lid 4 BW vallen. De raadsheer-commissaris wees het verzoek van Boegbeeld B.V. af, met de opmerking dat de onderzoeker de vrijheid heeft om relevante feiten en omstandigheden die zich buiten de onderzoeksperiode hebben voorgedaan, mee te nemen in het onderzoek als deze een licht werpen op de gang van zaken in de onderzoeksperiode.