Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
de manis het volgende gebleken:
.
de vrouwis het volgende gebleken:
4.De omvang van het geschil
- de man als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van [kind A] met ingang van 1 november 2013 een bedrag van € 102,- per maand dient te voldoen, althans een zodanig bedrag met ingang van een zodanig tijdstip als het hof juist acht;
- de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind B] met ingang van 1 november 2013 een bedrag van € 102,- per maand dient te voldoen, althans een zodanig bedrag en met ingang van een zodanig tijdstip als het hof juist acht;
- de door de man te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 november 2013 zal worden vastgesteld op nihil, althans op een zodanig bedrag en met ingang van een zodanig tijdstip als het hof juist acht;
- de achterstand die is ontstaan in de betalingen van hetgeen de man verschuldigd was op grond van de beschikking van 31 maart 2005 zal worden kwijtgescholden, althans de verschuldigde bijdrage tot de datum indiening verzoekschrift zal worden vastgesteld op het bedrag dat door de man aan de vrouw is voldaan dan wel op hem is verhaald.