Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
chief safety inspectorvan de Stichting bij de inspectie op 8 en 9 oktober 2016. Het hof zal met deze bezwaren, die door de Stichting zijn onderschreven dan wel niet weersproken, rekening houden.
Accord on Fire and Building Safety in Bangladesh(hierna het Akkoord) getekend. Fashion Linq is namens haar uitvoerder van het Akkoord.
het bevorderen, controleren en toezicht houden op de implementatie van het Akkoord ter bevordering van een veilige en duurzame confectiekledingindustrie in Bangladesh, waarin geen medewerker hoeft te vrezen voor brand, instortingen van gebouwen of andere ongelukken die kunnen worden voorkomen door redelijke gezondheids- en veiligheidsmaatregelen;
het implementeren van een inspectieprogramma (…) en het vaststellen van veiligheidsnormen (…);
(…)
het leveren van bijdragen en ondersteuning aan (…) ondernemingen in de confectiekledingindustrie in Bangladesh ter verbetering van de veiligheid van medewerkers in die industrie,
Accord covered Factorieste staan. De inspecties kunnen uitwijzen dat op één of meer van de genoemde onderdelen herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn. Nadat die herstelmaatregelen zijn uitgevoerd, komt een fabriek op de lijst
Remediated Factorieste staan. Indien herstelmaatregelen van een fabriek uiteindelijk tekortschieten, leidt dat tot plaatsing op de lijst
Terminated Factories. Dit houdt in dat de aangesloten kledingmerken geen zaken meer mogen doen met de desbetreffende fabriek. Voorafgaand hieraan dient ingevolge artikel 21 van het Akkoord een zogenoemd
notice and warning processplaats te vinden. Deze procedure is verder beschreven in het zogenoemde escalatieprotocol.
Terminated Factories. Bij e-mail van de Stichting van 23 april 2016 is Fashion Linq onder meer medegedeeld:
chief safety inspectorvan de Stichting was daarbij aanwezig.
Terminated Factoriesstaan met de vermelding:
falsification of concrete strength test results.
3.Beoordeling
Terminated Factoriesen ze te plaatsen op de lijst
Accord covered Factoriesalthans op de lijst
Remediated Factories, met bijkomende vorderingen.
Terminated Factoriesna 24 maanden in aanmerking komt voor herkwalificatie. Volgens deze regeling komt herkwalificatie van Smart Group, die op 4 april 2016 op de betreffende lijst is geplaatst, in april 2018 aan de orde. Tot die tijd kan Fashion Linq geen kleding van Smart Group afnemen. De inzet van de onderhavige procedure is dat Fashion Linq al voor het verstrijken van de tijd die nog resteert van de 24-maandstermijn haar handelsrelatie met Smart Group kan hervatten. Daarmee is naar het oordeel van het hof het spoedeisend belang van Fashion Linq c.s. bij de vorderingen gegeven. Grief 11 slaagt derhalve.
notice and warningprocedure, vastgelegd in het escalatieprotocol, niet is geschreven voor gevallen van fraude, maar voor situaties waarin een ingebrekestelling zinvol is. Tegenover dat betoog, dat het hof voorshands aannemelijk voorkomt, heeft Fashion Linq c.s. onvoldoende toegelicht dat de Stichting haar bevoegdheid onjuist of onredelijk heeft gebruikt door het escalatieprotocol niet te volgen. Het hof volgt Fashion Linq c.s. niet in haar stelling dat het treffen van de zware maatregel van
terminationeen bevoegdheid van de overheid en niet van de Stichting is, reeds omdat die bevoegdheid in het Akkoord is overeengekomen.
terminationmet de brief van 24 juni 2016 in de gelegenheid gesteld om – versneld – na drie maanden voor herkwalificatie in aanmerking te komen. Niet is gebleken dat Smart Group heeft geprotesteerd tegen de gegeven termijn van drie maanden. In het licht van die omstandigheden heeft Fashion Linq c.s. onvoldoende concreet toegelicht dat de termijn te kort was om de herstelwerkzaamheden (“
All remediation of safety findings from initial inspections at the 4 Smart Group RMG factories listed below”) uit te voeren, noch dat handhaving van de
terminationna op 8 en 9 oktober 2016 geconstateerde gebreken onrechtmatig of onredelijk was.
chief safety inspectorvan de Stichting bij de inspectie op 8 en 9 oktober 2016 een aanwijzing vormt dat de Stichting bij voorbaat niet voornemens was de
terminationop te heffen, hetgeen de Stichting betwist, overweegt het hof als volgt. Een en ander kan in het midden blijven aangezien tussen partijen vaststaat dat Smart Group op 8 en 9 oktober 2016 niet alle herstelwerkzaamheden had voltooid. Grief 5 treft in zoverre geen doel.