Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“You have made a strong start, tackling some tricky situations. Keep up the good work. (...) You play an important role in ServiceNow’s succes by striving to be insanely great.”
“(...) [A] is really nice and helpful however I don’t think he is up to the job. He’s not ramping up, not able to build plans for/with our customers and with that we’re losing control on our accounts. Now my SC’s start stepping in and compensating. (...).”
“Region bookings were weak but you’re working on the right things and making progress. Thanks!”
“Our dry run went terrible, I had a chat with [A]
“history of performance issues”is en [A] geen
“satisfactory progress”heeft laten zien.
3.Beoordeling
de neuzen dezelfde kant op”) teweeg te brengen.
ServiceNow heeft er op gewezen dat [A] voor de verbetering van de samenwerking tussen beide afdelingen de tijd heeft gekregen die hij, getuige (blz. 9 van) het door hem opgestelde plan van 20 mei 2016 voor het tweede half jaar van 2016, zelf realistisch achtte om in ieder geval enige verbetering te realiseren. Volgens ServiceNow is van enige verbetering geen sprake geweest omdat [A] in voornoemd rapport een feitelijke omschrijving van de verstandhouding tussen beide afdelingen heeft gegeven die overeenkomt met de situatie zoals die reeds ten tijde van zijn indiensttreding aan de orde was.
ou have made a strong start at ServiceNow, tackling some tricky situations. Keep up the good work. (…). You play an important role in ServiceNow’s succes by striving to be insanely great”) en van een bonus op 4 februari 2016 over het vierde kwartaal van 2015 (
“Region bookings were weak but you’re working on the right things and making progress”. (…)).
Van de zijde van ServiceNow is niet betwist dat zij [A] niet nader over zijn functioneren heeft geïnformeerd toen zij hem op 16 maart 2016 een beëindigingsvoorstel deed. Voorts blijkt uit het e-mailbericht van 22 maart 2016 van [B] aan [A] dat ServiceNow aan haar besluit tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst vasthield (“
The decision has been taken and is definite”) nadat [A] bij brief van 16 maart 2016 bezwaar maakte tegen het besluit hem naar huis te sturen en te ontslaan.
ontleend - is geen aanwijzing te vinden dat het verzoek om toestemming tot ontslag zou moeten worden geweigerd indien de verstoring (grotendeels) aan de werkgever te wijten is. In onderdeel 8 van hoofdstuk 27 van de Beleidsregels UWV staat dat de schuldvraag met betrekking tot de verstoorde arbeidsrelatie geen toetsingscriterium is, omdat die blijkens het Ontslagbesluit geen element vormt van de desbetreffende ontslaggrond.