ECLI:NL:GHAMS:2017:4261

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2017
Publicatiedatum
23 oktober 2017
Zaaknummer
23-004790-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Winkeldiefstal en feitelijke heerschappij over goederen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal van een GoPro camera in de winkel Capi op de luchthaven Schiphol op 12 oktober 2016. De verdachte had de camera onder zijn kleding verstopt en was zonder te betalen de winkel uitgelopen, waarna hij werd aangehouden door de Koninklijke Marechaussee. Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat de verdachte niet verder was gekomen dan een poging tot diefstal, omdat hij steeds in het zicht van de wachtmeesters was geweest. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte zich feitelijke heerschappij over de camera had verschaft door deze onder zijn kleding te verstoppen en de winkel te verlaten zonder te betalen. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, waarbij de bewijsvoering werd vervangen door de overwegingen van het hof. De uitspraak benadrukt de vereisten voor een veroordeling ter zake van diefstal, waarbij de feitelijke heerschappij over het goed essentieel is.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004790-16
datum uitspraak: 18 oktober 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-208280-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentie] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 oktober 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan die van de politierechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met dien verstande dat de door de politierechter gehanteerde bewijsvoering wordt vervangen door het navolgende.

Bewijsvoering

Op 12 oktober 2016 op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, zagen wachtmeesters van de Koninklijke Marechaussee dat de verdachte de winkel Capi in liep. Zij zagen dat de verdachte in deze winkel een verpakking met een GoPro camera pakte, zich vervolgens posteerde zodat hij zicht had op de kassamedewerker en toen het plakband los pulkte waarmee een kartonnen verpakking, met daarop een detectiestrip, vastzat aan de verpakking van de camera. Nadat hij deze kartonnen verpakking los kreeg en op het schap legde, stopte de verdachte de verpakking met de camera onder zijn trui en liep hij de winkel uit zonder te betalen. Het alarm van de detectiepoortjes bij de uitgang ging af op het moment waarop de verdachte daar doorheen liep. Vervolgens is de verdachte aangehouden. [1] Nadat een opperwachtmeester van de Koninklijke Marechaussee de winkelmanager van Capi de weggenomen camera toonde, deed deze aangifte van een op 12 oktober 2016 gepleegde winkeldiefstal van een GoPro filmcamera, type Hero Session, toebehorende aan Capi Lux. De aangever verklaarde niets van de diefstal te hebben waargenomen. [2] Bij zijn politieverhoor bekende de verdachte de winkeldiefstal. Hij verklaarde dat hij in de winkel de GoPro camera heeft gepakt, het alarm hiervan af heeft gehaald, de camera onder zijn kleding heeft gestopt en gelijk naar buiten is gelopen, waarop het alarm afging en hij na ongeveer twee meter is aangehouden. [3]
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de verdachte niet verder is gekomen dan een poging tot diefstal, omdat hij steeds in het zicht is geweest van de wachtmeesters van de Koninklijke Marechaussee en direct na het verlaten van de winkel is aangehouden. Volgens de raadsvrouw is de desbetreffende camera daarom niet onttrokken aan de feitelijke heerschappij van de winkel.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
Voor een veroordeling ter zake van diefstal van een aan een ander toebehorend goed – een en ander als bedoeld in art. 310 van het Wetboek van Strafrecht – is onder meer vereist dat de dader zich een zodanige feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft
dan weldit zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken dat de wegneming van het goed als voltooid kan gelden (vgl. HR 9 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:206). Door met de onder zijn kleding verstopte camera zonder te betalen de winkel uit te lopen heeft de verdachte zich een zodanige feitelijke heerschappij over die camera verschaft
éndeze zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende onttrokken dat de wegneming van de camera als voltooid geldt. Dat de verdachte tijdens zijn handelen onder observatie stond en hij kort na het verlaten van de winkel is aangehouden, doet daaraan niets af.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. A.M. van Woensel en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. O.F. Qane, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 oktober 2017.
Mr. A.M. van Woensel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , doorgenummerde dossierpagina’s 11-12.
2.Proces-verbaal van aangifte door I.M. Stut van 12 oktober 2016, met goederenbijlage, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , doorgenummerde dossierpagina’s 14-16.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 oktober 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , doorgenummerde dossierpagina 20.