In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1994, was beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol op 6 december 2015 in Slootdorp, gemeente Hollands Kroon. De tenlastelegging betrof het rijden met een alcoholgehalte van 665 microgram per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. De verdachte heeft in hoger beroep verklaard dat hij op de bewuste avond geen alcohol had genuttigd voordat hij in zijn auto ging zitten, maar dat hij in slaap was gevallen terwijl hij in de auto zat om WhatsApp-berichten te bekijken. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte op het moment van aantreffen in een slapende toestand op de bestuurdersstoel zat en dat de ademanalyse een hoge alcoholconcentratie aantoonde. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en zijn getuigen als ongeloofwaardig beoordeeld en heeft geconcludeerd dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen is. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 50 uur, 25 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals de eerdere transactie van de verdachte voor een soortgelijk feit.