ECLI:NL:GHAMS:2017:4116

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
9 oktober 2017
Zaaknummer
200.210.659/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een onderzoeker in een geschil tussen besloten vennootschappen

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 29 september 2017, wordt een onderzoeker aangewezen in een geschil tussen verschillende besloten vennootschappen. Verzoekster, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A], vertegenwoordigd door mr. O.J. Praamstra, heeft verzocht om de aanwijzing van een onderzoeker naar het beleid en de gang van zaken van de verweersters, die gezamenlijk als [B] c.s. worden aangeduid. De Ondernemingskamer had eerder op 18 mei 2017 een onderzoek bevolen en op 19 mei 2017 W.R. Küh aangewezen als commissaris. Na een verzoek van verzoekster op 20 september 2017 om een onderzoeker aan te wijzen, heeft de Ondernemingskamer besloten om mr. C.F. Mijs aan te wijzen als onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. Deze uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en ondernemingsrecht, waarbij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam de procedure heeft geleid.

Uitspraak

Beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.210.659/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 29 september 2017
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A]
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. O.J. Praamstra, kantoorhoudende te Zoetermeer,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[F],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[G],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk.

1.Het verloop van het geding

1.1
Verzoekster en verweersters worden hierna als volgt aangeduid:
- verzoekster met [A] ;
- verweerster sub 1 met [B] ;
- verweersters sub 1 tot en met 5 met [B] c.s.;
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 18 en 19 mei 2017.
1.3
Bij de beschikking van 18 mei 2017 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] c.s. over de periode vanaf 1 juli 2015 en bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot commissaris van [B] . De aanwijzing van de onderzoeker is aangehouden totdat een van partijen verzoekt om aanwijzing van de onderzoeker.
1.4
Bij de beschikking van 19 mei 2017 heeft de Ondernemingskamer W.R. Küh aangewezen als commissaris.
1.5
Bij brief van 20 september 2017 heeft mr. O.J. Praamstra namens [A] de Ondernemingskamer verzocht een onderzoeker aan te wijzen.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 18 mei 2017.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 18 mei 2017 in deze zaak:
mr. C.F. Mijs te Rotterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, prof. dr. R.A.H. van der Meer RA, drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 29 september 2017.