Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,ingekomen op 13 juni 2017;
,ingekomen op 13 juni 2017;
,ingekomen op 14 juni 2017.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 28 september 2016, waarin een kinderbijdrage van € 120,- per maand werd vastgesteld met ingang van 1 januari 2015. De man verzoekt de kinderbijdrage met terugwerkende kracht te verlagen naar € 25,- per maand vanaf 1 januari 2013. De vrouw verzoekt de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek of dit verzoek af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat partijen in 2006 zijn gehuwd en dat hun huwelijk op 8 november 2012 is ontbonden. Uit hun huwelijk is een minderjarige geboren, die bij de vrouw verblijft. Het hof heeft de draagkracht van de man berekend aan de hand van inkomensverklaringen van de Belastingdienst en heeft geoordeeld dat de man recht heeft op een zorgkorting van 15%. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze de kinderbijdrage over de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2015 betreft en heeft de bijdrage vastgesteld op € 25,- per maand voor de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2014 en op € 119,- per maand voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015. Voor de periode vanaf 1 januari 2015 heeft het hof de beschikking bekrachtigd, waarbij de bijdrage is vastgesteld op € 120,- per maand. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.