Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer verpakking(en) chocola en/of zalm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [AH] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woonboot (gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen een laptop (merk Sony) en/of een laptoptas, geheel of ten dele toebehorend aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat voornoemde woonboot heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking van een luik van voornoemde woonboot en/of door middel van braak en/of verbreking van het glas van de toegangsdeur van voornoemde woonboot, in elk geval door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 16 februari 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen verpakkingen chocola en een verpakking zalm, toebehorende aan [AH] .
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
€ 544,72 (vijfhonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 544,72 (vijfhonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.