ECLI:NL:GHAMS:2017:3931

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2017
Publicatiedatum
29 september 2017
Zaaknummer
23-003523-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 26 mei 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959, was in eerste aanleg bij verstek veroordeeld, omdat de dagvaarding niet in persoon was betekend. De verdachte heeft het vonnis op 9 september 2016 ontvangen, maar heeft pas op 26 september 2016 hoger beroep ingesteld, wat buiten de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen viel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet ontvankelijk is in het hoger beroep, omdat de termijn voor het indienen van het hoger beroep niet is nageleefd. De beslissing van het hof is genomen na het onderzoek ter terechtzitting, waarbij de vordering van de advocaat-generaal is meegenomen. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de griffier, die echter niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003523-16
datum uitspraak: 12 september 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-114517-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
adres: [adres]

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 september 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg gedagvaard om op 26 mei 2016 te verschijnen
ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De dagvaarding is de verdachte niet in persoon betekend.
De verdachte is op 26 mei 2016 bij verstek veroordeeld.
Het vonnis is blijkens de brief van de verdachte d.d. 10 september 2016 op 9 september 2016 aan de verdachte bekend geworden.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte niet binnen veertien dagen nadien hoger beroep ingesteld, maar eerst op 26 september 2016.
Nu het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingesteld zal de verdachte daarin niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. P.A.M. Hoek en mr. S. Bek, in tegenwoordigheid van O. Stojakovic, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 september 2017.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.