Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
door [naam 2][ [naam 2] , hof]
verteld dat de werkzaamheden door mochten gaan. (….).”
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van Larende Vastgoed B.V. tot vervangende machtiging voor bestemmingswijziging van een appartementsrecht en het gebruik van een berging als woonruimte. Larende, eigenaar van een hotel aan de De Clercqstraat 115 te Amsterdam, had eerder een verzoek ingediend bij de kantonrechter, dat was afgewezen. De VvE van het naastgelegen pand aan de De Clercqstraat 113 had haar toestemming voor de bestemmingswijziging geweigerd, onder andere uit vrees voor waardedaling van de appartementen en overlast van hotelgasten. Het hof oordeelde dat de VvE haar toestemming voor het uitbaten van een hotel niet zonder redelijke grond had geweigerd, maar dat er wel een redelijke grond was voor de weigering van de bestemmingswijziging van het appartementsrecht. Het hof verleende echter wel de vervangende machtiging voor het gebruik van de berging als zelfstandige woonruimte, omdat de VvE eerder had ingestemd met de verhuur van een andere berging via Airbnb. De verzoeken om een vervangende machtiging voor het dakterras werden afgewezen, omdat dit in strijd was met de splitsingsakte. De kosten van het hoger beroep werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.