Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“(…) cliënte nooit geweten, noch vermoeden, dat zich een hennepkwekerij in haar woning bevond. De ex-partner van de dochter van cliënte, genaamd […] , is ongeveer 4 maanden geleden naar cliënte toegegaan met de mededeling dat hij een kamer in het huurhuis van cliënte wilde betrekken. Cliënte wilde dit niet. […] zette haar vervolgens onder druk. Gezien het chronisch ziektebeeld bij cliënte en de beroertes die zij heeft gehad was zij niet in staat weerstand te bieden tegen de dreigingen van […] . (…) Op 3 december 2016 (…) heeft de politie een inval in de woning van cliënte gedaan. In de kamer die […] zich eigen had gemaakt en waar alleen hij over beschikte werd een hennepkwekerij aangetroffen. Uit politieonderzoek bleek dat achter het door […] geplaatste dressoir een dubbele deur was geplaatst waarachter zich een professioneel opgezette hennepkwekerij bevond. In de woning was echter geen wietgeur te ruiken noch waren er andere aanknopingspunten die bekendheid met de hennepkwekerij bij cliënte met zich mee hadden moeten brengen. De politie ziet cliënte ook als slachtoffer van de handelswijze van […] en heeft cliënte nooit als verdachte aangemerkt. (…)”
“(…) Graag wil u melden dat patiente een kwetsbare gezondheid heeft. Zij is bekend met insuline afhankelijke diabetes en daarnaast heeft zij fors beperkingen na 3 maal een beroerte en heeft zij een angststoornis (…). Haar gezondheid laat het niet toe om dakloos te zijn. Graag overleg als u toch overweegt haar de woning uit te zetten. Dit lijkt mij gezien de omstandigheden onethisch. (…)”
“(…) Patiente heeft een zeer zwakke, kwetsbare gezondheid. Zij heeft een CVA (beroerte) doorgemaakt, waardoor minder mobiel en minder gezichtsvermogen en verminderd evenwicht. Zij heeft ernstig diabetes die door de stress fors ontregeld is. Zij is bekend met hoge bloeddruk. Zij heeft straat angst (…) Los van de vraag of de huis uitzetting terecht is of niet (…) is het ontoelaatbaar, dat iemand met een zo kwetsbare gezondheid, het huis uitgezet zou worden. Dit is onethisch en onacceptabel. Er ontstaat dan een situatie waarin patiente onvoldoende zorg kan krijgen en de situatie zelf zal haar aandoeningen verergeren. (…)”
3.Beoordeling
eerste griefhoudt in de kern in dat de kantonrechter een onjuiste belangenafweging heeft gemaakt. Ter toelichting stelt Pré Wonen dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst door [geïntimeerde] vaststaat en dat Pré Wonen groot belang heeft bij de ontruiming. Hennepteelt brengt een groot risico voor de veiligheid voor omwonenden mee, zeker wanneer zoals in dit geval de elektriciteitsmeter is gemanipuleerd en ten behoeve van de kwekerij elektra is aangelegd. Ook de leefbaarheid van de wijk is in het geding, omdat een hennepkwekerij personen aantrekt die de leefbaarheid van de wijk negatief beïnvloeden. In het kader van een zero tolerance beleid wordt hier streng tegen opgetreden mede ten behoeve van de signaalwerking die het terugdringen van hennepkwekerijen in huurwoningen moet bevorderen, in het kader waarvan met de gemeente, de politie en andere corporaties samenwerkingsafspraken zijn gemaakt, die zinledig zouden zijn en recidive in de hand werken indien ontruiming achterwege blijft. Bovendien loopt Pré Wonen anders het risico op een bestuurlijke boete in verband met het overtreden van de Huisvestingswet. Daarbij moet worden bedacht dat het aanleggen van hennepkwekerij in een woning gelet op alle daarvoor benodigde faciliteiten, grote schade aan een woning toebrengt, welke schade niet kan worden hersteld als de woning niet wordt ontruimd. De persoonlijke omstandigheden van [geïntimeerde] wegen daar volgens Pré Wonen niet tegenop. Haar gezondheidstoestand is in dit geval niet doorslaggevend, noch is van belang dat zij niet eerder heeft gewanpresteerd. Dat geen gevaarzetting meer aanwezig zou zijn, zoals de kantonrechter heeft overwogen, is evenmin van belang, nog daargelaten dat niet kan worden vastgesteld of alle benodigde maatregelen in het kader van de veiligheid zijn getroffen. [geïntimeerde] is verantwoordelijk voor wat er in haar woning gebeurt, ook als haar ex-schoonzoon de hennepkwekerij heeft geëxploiteerd. Met de
tweede grief(aangeduid als grief 3) keert Pré Wonen zich tegen het dictum van het bestreden vonnis.