ECLI:NL:GHAMS:2017:3742

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2017
Publicatiedatum
19 september 2017
Zaaknummer
23-004092-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling van echtgenoot na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976, was beschuldigd van het mishandelen van zijn echtgenoot op 6 november 2015 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk slaan, stompen en duwen van de echtgenoot, wat zou hebben geleid tot pijn en letsel. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 september 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevraagd. Het hof heeft ook de ontlastende getuigenverklaring van de aangeefster in overweging genomen. Na zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden heeft het hof geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters R. Kuiper, G. Oldekamp en S. Bek, en is openbaar uitgesproken op 18 september 2017.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004092-16
datum uitspraak: 18 september 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 november 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-706979-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] 1976,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 september 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 06 november 2015 te Amsterdam zijn echtgenoot, [slachtoffer], heeft mishandeld door opzettelijk die [slachtoffer] tegen het gezicht en/of hoofd te slaan en/of te stompen en/of te duwen, waardoor die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak
Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat – mede gezien de ontlastende getuigenverklaring die aangeefster ter terechtzitting in hoger beroep heeft afgelegd – niet wettig en overtuigend kan worden bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. G. Oldekamp en mr. S. Bek, in tegenwoordigheid van mr. O.F. Qane, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 september 2017.
[…]