Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
BESLISSING
15 september 2017.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van mishandeling van een buitengewoon opsporingsambtenaar, die op 24 april 2015 tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie op het station Amsterdam Centraal zou zijn mishandeld. De tenlastelegging omvatte het springen op de rug van de ambtenaar en het aanleggen van een nekklem. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 september 2017 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in de vervolging, omdat er sprake zou zijn van schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde. Het hof heeft dit verweer verworpen en geoordeeld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging.
Het hof heeft vervolgens de bewijsvoering beoordeeld en geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de ambtenaar heeft mishandeld. De verklaringen van de verbalisanten waren tegenstrijdig, waarbij de ene verbalisant de verdachte aanwees als dader en een andere verbalisant een andere verdachte noemde. Gezien deze inconsistenties en de stellige ontkenning van de verdachte, heeft het hof niet de vereiste mate van overtuiging kunnen verkrijgen dat de verdachte de mishandeling heeft gepleegd. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, de buitengewoon opsporingsambtenaar, een vordering tot schadevergoeding ingediend, die in eerste aanleg gedeeltelijk was toegewezen. Aangezien de verdachte echter is vrijgesproken, heeft het hof de benadeelde partij in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. Het hof heeft de kosten van de procedure voor beide partijen bepaald op eigen kosten.