ECLI:NL:GHAMS:2017:3694
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M. van der Nat
- E. Mijnsberge
- S.M.M. Bordenga
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inbraak met vervangende bewijsoverweging door het hof
Op 14 september 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2016, betreffende een inbraakzaak. De verdachte, geboren in 1985 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar heeft de bewijsoverweging van de rechtbank vervangen door een eigen bewijsoverweging. De zaak werd behandeld op de zitting van 31 augustus 2017, waar het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 ten laste gelegde zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 141 dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Het hof heeft vastgesteld dat er op 20 januari 2016 in twee woningen aan de [adres 1] en [adres 2] was ingebroken. In beide gevallen waren de profielcilinders van de voordeuren geforceerd en waren er goederen ontvreemd. Op de voordeur van de woning aan [adres 1] zijn oorafdrukken aangetroffen, waarvan het DNA-profiel matchte met dat van de verdachte. De verdachte had verklaard in het appartementencomplex te zijn geweest, maar ontkende goederen te hebben weggenomen. Het hof oordeelde dat de bewijsmiddelen voldoende waren om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren voor beide inbraken.
De beslissing van het hof was om het vonnis van de rechtbank te bevestigen, met inachtneming van de nieuwe bewijsoverwegingen die het hof had geformuleerd. Het arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van 14 september 2017, waarbij mr. M.M. van der Nat, mr. E. Mijnsberge en mr. S.M.M. Bordenga zitting hadden in de meervoudige strafkamer.