ECLI:NL:GHAMS:2017:3687

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
14 september 2017
Zaaknummer
23-000472-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verduistering in hoger beroep na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997, was aangeklaagd voor verduistering van twee computermonitoren die toebehoorden aan VIA Noord-Zuidlijn. De tenlastelegging stelde dat de verdachte op 23 oktober 2016 opzettelijk deze monitoren had toegeëigend, terwijl hij deze als vinder onder zich had. Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 augustus 2017 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman.

De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 25 dagen, terwijl de raadsman pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdachte was op de avond van de aanhouding in de metrotunnel aangetroffen met de monitoren en enkele gereedschappen die vaak als inbrekerswerktuig worden gebruikt. Echter, de verdachte verklaarde dat hij de monitoren had gevonden, en het hof oordeelde dat dit niet aannemelijk was gemaakt. Aangezien er geen bewijs was dat de verdachte de monitoren anders dan door misdrijf onder zich had, heeft het hof besloten de verdachte vrij te spreken.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en verklaarde dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof en is ondertekend door de griffier, met uitzondering van mr. M.M. van der Nat, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000472-17
datum uitspraak: 14 september 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-217807-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 augustus 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 oktober 2016 te Amsterdam opzettelijk twee monitoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Via Noordzuidlijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 dagen met aftrek van de tijd dat de verdachte reeds in verzekering heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, en subsidiair dat een lagere straf dan in eerste aanleg zal worden opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het overweegt hieromtrent in het bijzonder het volgende.
Op zondagavond 23 oktober 2016 is de verdachte aangehouden in de metrotunnelbuis richting de Vijzelstraat nabij het in aanbouw zijnde metrostation Vijzelstraat/Vijzelgracht te Amsterdam. De verdachte droeg bij zijn aanhouding twee computermonitoren van het merk Dell bij zich, alsmede een groot model kniptang, twee paalsleutels met driehoekkopje en twee schroevendraaiers. Voornoemde gereedschappen worden, aldus de betreffende verbalisanten, vaak gebezigd als inbrekerswerktuig en zijn om die reden in beslag genomen.
Op maandagochtend 24 oktober 2016 is door werknemers van VIA Noord-Zuidlijn geconstateerd dat er naast bovengenoemde beeldschermen nog meer goederen werden vermist. Deze goederen zijn na onderzoek elders op het bouwterrein in een soort trolley teruggevonden.
Door opsporingsambtenaar [verbalisant] is in een proces-verbaal van bevindingen beschreven dat op de camerabeelden van het bouwterrein van 23 oktober 2016 een persoon is te zien met een op een koffer gelijkend op een trolley. De verbalisant herkent deze persoon als de verdachte.
Het vorenstaande vormt een sterke aanwijzing dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan – onder meer – diefstal van de twee computermonitoren. De verdachte heeft zelf verklaard dat hij deze beeldschermen op het spoor in de in aanbouw zijnde metrotunnel heeft gevonden, maar in het licht van de hiervoor genoemde feiten acht het hof dit niet aannemelijk geworden. Nu het dossier voor het overige niets bevat op grond waarvan geconcludeerd kan worden dat de verdachte de monitoren anders dan door misdrijf onder zich had en diefstal van de monitoren niet ten laste is gelegd zal de verdachte worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. E. Mijnsberge en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van
D.J. Herbrink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
14 september 2017.
Mr. M.M. van der Nat is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.