ECLI:NL:GHAMS:2017:3686

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
14 september 2017
Zaaknummer
23-003225-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verduistering, oplichting en witwassen via Marktplaats

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor verduistering, oplichting en witwassen, gerelateerd aan een transactie op de website Marktplaats. De tenlastelegging omvatte het gebruik van een valse naam en het aanbieden van schoenen die nooit zijn geleverd, waarbij de verdachte een aanbetaling van 50 euro had ontvangen.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 augustus 2017 heeft het hof het dossier bestudeerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de hem ten laste gelegde feiten.

Het hof oordeelde dat uit het politiedossier niet kon worden vastgesteld dat de verdachte en de persoon die zich voordeed als de verkoper, een valse naam gebruikend, dezelfde persoon waren. Bovendien was er geen bewijs dat de verdachte wist dat het ontvangen bedrag van 50 euro afkomstig was uit een misdrijf. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003225-15
datum uitspraak: 14 september 2017
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 31 juli 2015 in de strafzaak onder parketnummer
15-070526-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 augustus 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 augustus 2014 tot en met 18 september 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk een geldbedrag (50 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten dat hij verdachte die [benadeelde] had toegezegd een paar schoenen op te sturen na betaling van 50 euro en heeft hij, verdachte, na betaling van die 50 euro die schoenen niet opgestuurd, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2014 tot en met 18 september 2014 te Alkmaar en/of Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van 50 euro, althans enig goed, door
- gebruik te maken van een (gedeeltelijk) valse naam, te weten [valse naam] , en/of
- ( vervolgens) met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een goed, te weten schoenen, te koop aan te bieden;
- met voornoemde [benadeelde] via de mail afspraken te maken ter betaling van een geldbedrag/aanbetaling van 50 euro en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die schoenen en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat, verdachte en/of zijn mededader(s), het te koop aangeboden goed na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
meer subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2014 tot en met 18 september 2014 te Alkmaar een voorwerp, te weten en geldbedrag van 50 euro, althans enig goed, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit geldbedrag onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 meer subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit het politiedossier volgt dat aangeefster, [benadeelde] , per e-mail contact heeft gehad met ene [valse naam] . Met deze persoon (waarvan onduidelijk is gebleven of zij daadwerkelijk [valse naam] heet of zich enkel zo voordeed) is aangeefster een overeenkomst aangegaan voor de aankoop van een paar schoenen, via de online verkoopsite Marktplaats. Het hof oordeelt dat uit het dossier niet volgt dat de verdachte en [valse naam] één en dezelfde persoon zijn. Naar het oordeel van het hof is derhalve niet bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde verduistering en de subsidiair ten laste gelegde oplichting.
Voorts is niet bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde witwassen, nu uit het dossier enkel kan worden vastgesteld dat de schoenen niet zijn geleverd. Uit het dossier volgt dat het tussen [valse naam] en de aangeefster overeengekomen voorschotbedrag van € 50 is overgemaakt naar een bankrekening die toebehoort aan de verdachte. Echter, niet kan worden vastgesteld dat de verdachte dit bedrag van € 50 heeft verworven of voorhanden had terwijl hij wist of moest vermoeden dat dit uit misdrijf afkomstig was.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.A.M. Hoek, mr. V. Mul en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van mr. L.J.M. Klop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 september 2017.
mr. M. Lolkema is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen