Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.V.O.F. [naam VOF] ,
[vennoot X],
[vennoot Y],
[vennoot Z],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grieven I en IIIkomt [appellant] tegen die feitenvaststelling op.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin hij vorderingen had ingesteld tegen v.o.f. [naam VOF] en haar vennoten, [vennoot X], [vennoot Y] en [vennoot Z]. De zaak betreft een overeenkomst van bewaarneming voor een zeiljacht, dat door de bewaarder zonder toestemming van de eigenaar is verplaatst, wat leidde tot schade aan het jacht. Het hof heeft vastgesteld dat de bewaarder niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht, omdat de verplaatsing noodzakelijk was voor de stalling van andere boten. De vordering van [appellant] tot schadevergoeding is afgewezen, terwijl de vorderingen van de geïntimeerden tot betaling van stallingsgeld zijn toegewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.