ECLI:NL:GHAMS:2017:3611

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2017
Publicatiedatum
8 september 2017
Zaaknummer
23-002557-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg bij verstek veroordeeld op 18 augustus 2015. Het hof heeft vastgesteld dat het vonnis op 25 mei 2016 aan de verdachte is betekend, maar dat de verdachte pas op 5 juli 2016 hoger beroep heeft ingesteld, wat buiten de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen viel. De raadsman van de verdachte heeft op 23 augustus 2017 aan het hof laten weten dat er geen verontschuldigbare redenen zijn voor deze termijnoverschrijding. Gezien het feit dat het hoger beroep niet tijdig is ingesteld, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002557-16
datum uitspraak: 25 augustus 2017
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13-085780-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
adres: [adres]

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 augustus 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot het niet-ontvankelijk verklaren van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is in deze strafzaak in eerste aanleg bij vonnis van de politierechter te Amsterdam van
18 augustus 2015 bij verstek veroordeeld.
Uit de stukken is gebleken dat dit vonnis op 25 mei 2016 in persoon aan de verdachte is betekend.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen nadien hoger beroep ingesteld, maar eerst op 5 juli 2016.
De raadsman van de verdachte heeft het hof bij e-mail van 23 augustus 2017 bericht dat hij geen nadere informatie heeft dat deze termijnoverschrijding verontschuldigbaar is.
Nu het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingesteld, zal de verdachte daarin niet ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. R.P. den Otter en mr. S. Bek, in tegenwoordigheid van
mr. P.M. Huizenga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
25 augustus 2017.
=========================================================================
[…]