ECLI:NL:GHAMS:2017:3512

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 augustus 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
200.154.196/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging onderzoek en onmiddellijke voorziening in verband met minnelijke regeling tussen aandeelhouders van Fabius B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2017 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot beëindiging van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Fabius B.V. De verzoekster, [A], heeft verzocht om het onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen, omdat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 4 december 2014 en 27 september 2016, een onderzoek bevolen naar het beleid van Fabius B.V. over de periode van 1 januari 1999 tot en met 1 september 2016, waarbij mr. W. Bekkers was benoemd als onderzoeker en mr. H.F. Doeleman als commissaris om een minnelijke regeling te beproeven.

Op 27 juli 2017 heeft mr. Elslo, de advocaat van verzoekster, de Ondernemingskamer geïnformeerd dat er een minnelijke regeling is bereikt en heeft verzocht om het onderzoek te beëindigen. De betrokken partijen, waaronder de advocaat van belanghebbende [B] en de verweerster Fabius B.V., hebben ingestemd met dit verzoek. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten.

De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten om het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is gegeven door een panel van rechters, waaronder de voorzitter en raadsheren, en is uitgesproken tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.154.196/01 en 02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 31 augustus 2017
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J.G.J. Elslo, kantoorhoudende te Bilthoven,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FABIUS B.V.,
gevestigd te Bilthoven,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. R. van den Brink, kantoorhoudende te Houten,
e n t e g e n
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R. van den Brink, kantoorhoudende te Houten.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoekster [A] worden genoemd, verweerster Fabius en belanghebbende [B] .
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 4 december 2014 en 27 september 2016.
1.3
Bij de beschikkingen van 4 december 2014 en 27 september 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Fabius over de periode vanaf 1 januari 1999 tot en met 1 september 2016 en is mr. W. Bekkers benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij beschikking van 4 december 2014 bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, mr. H.F. Doeleman te Amsterdam tot commissaris benoemd, onder meer met de taak een minnelijke regeling tussen de aandeelhouders te beproeven.
1.4
Bij brief van 27 juli 2017 heeft mr. Elslo de Ondernemingskamer bericht dat partijen een minnelijke regeling zijn overeengekomen en namens [A] verzocht het onderzoek te beëindigen en (zoals blijkt uit de e-mail van mr. Elslo van 16 augustus 2017) de getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen.
1.5
Desgevraagd hebben mr. Van den Brink namens [B] en Fabius alsmede de door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker en commissaris, mrs. Bekkers en Doeleman, bij e-mails van 16 augustus 2017 bericht dat zij instemmen met het verzoek tot beëindiging en de getroffen onmiddellijke voorziening. De kosten van mrs. Bekkers en Doeleman zijn voldaan.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, de verschenen partijen verzoeken het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij de beschikking van 4 december 2014 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 4 december 2014 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Fabius B.V., gevestigd te Bilthoven;
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 4 december 2014 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en drs. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 31 augustus 2017.