Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.KS BOULEVARD C.V.,
STICHTING BEHEER KS BOULEVARD,
1.Verder verloop van het geding
2.Verdere beoordeling
deadlockbeland doordat de derde niet meewerkt. Zij begroot de schade die zij daardoor lijdt op meer dan € 20 mln.
haar wijze van (niet) handelen inzake het executoriale beslag en de executoriale verkoopen vordert verwijzing naar de schadestaat en een voorschot op schadevergoeding van € 250.000.
hebben gedaan antwoord ik dat [A] bij [E] en diens advocaat over het beslag te rade zou gaan. We hebben vervolgens van [A] begrepen dat hij van [E] had vernomen dat wij geen actie hoefden te ondernemen;
hebben gevraagd om de ontwikkelingen omtrent het beslag te monitoren antwoord ik dat wij afgingen op de toezegging van [A] om informatie op te vragen bij [E] en diens advocaat. Wij gingen er vanuit dat [E] over de juiste informatie over het beslag beschikte. [E] moest als bestuurder[van Nolita; hof]
op de hoogte zijn van alle ins- en outs van het beslag;
niets doen was geen optieis haar stelling. Zo had Bluebird (bijvoorbeeld) geld moeten inzamelen bij de vennoten om de vordering op Nolita waarvoor beslag was gelegd tijdig af te kopen.
“over dat alles”(memorie na enquête van KS Boulevard, blz. 12, halverwege de eerste alinea) niet had geïnformeerd. Weliswaar luidt haar direct daarop volgende stelling
“dat dit alles”(wel) bij Bluebird en [A] bekend was, maar gesteld noch gebleken is hoe en wanneer zij dan met
“dit alles”bekend zouden zijn geworden. Verder gaat de stelling dat zij
“dit alles”eenvoudig te weten hadden kunnen komen in ieder geval niet op voor Bluebird, omdat zij immers dienaangaande mocht afgaan op wat [A] wist en aan haar liet weten, terwijl het hof in het kader van de waardering van het getuigenbewijs tot het oordeel is gekomen dat [A] haar had laten weten dat geen verdere acties vereist waren en dat [E] had geadviseerd om het beslagprobleem op te lossen bij de verkoop van haar belang in Nolita. De tweede stelling bestaat louter uit speculaties en gissingen en voor zover al waar is dat kennelijk met de wetenschap van achteraf. Wat betreft de laatste stelling vermag het hof niet in te zien dat het advies om het beslagprobleem met de verkoop van het belang van de CV in Nolita op te lossen iedere zin en logica ontbeert. KS Boulevard betoogt even verderop in haar memorie zelf dat verkoop wel impact had kunnen hebben op het beslag, mits daarover nadere afspraken met de koper zouden zijn gemaakt; gesteld noch gebleken is wat aan die nadere afspraken in de weg had kunnen staan. Ook de in dit verband betrokken stelling dat de letter of intent met de potentiële koper Investicija (vrijwel) was verlopen, wordt verworpen, omdat dit op zichzelf niet afdoet aan de kennelijke verkoopplannen van de CV, terwijl [B] als getuige heeft verklaard dat in zijn herinnering nog tot in januari 2012 met verschillende partijen over de verkoop van het belang van de CV in Nolita is onderhandeld.
“possible risks and possible measures”, maar niets bevat over wat hij telefonisch concreet als te ondernemen acties heeft geadviseerd, noch concreet feiten of omstandigheden vermeldt die de conclusie rechtvaardigen - zoals ten bewijze is opgedragen - dat Bluebird zich na 21 juni 2011 bewust was van het risico dat het beslag in een executoriale verkoop kon uitmonden, dat [A] Bluebird op dit risico en op de nadelige gevolgen daarvan voor de CV heeft gewezen en dat [A] op de hoogte was van de aangezegde datum van de executoriale verkoop en Bluebird daarvan in kennis heeft gesteld.
wat een bestuurder in de positie van Bluebird behoorde te weten en/of begrijpen(memorie na enquête onder 6.30) wordt gepasseerd. Gelet op het stadium van het geding staan ook hier de eisen van een goede procesorde eraan in de weg dat alsnog deskundigenbewijs wordt toegestaan. Daarenboven is het aangeboden bewijsthema bij uitstek ter beoordeling van het hof en acht het hof zich dienaangaande voldoende voorgelicht door het reeds voorhanden bewijs.