ECLI:NL:GHAMS:2017:3489

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2017
Publicatiedatum
1 september 2017
Zaaknummer
200.141.194/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake onrechtmatige onttrekking van vermogensbestanddelen door [X] c.s. aan Radio Formats Nederland B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van de curator in het faillissement van Radio Formats Nederland B.V. (RFN). De curator stelt dat [X] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld door kort voor het faillissement vermogensbestanddelen van RFN aan zich te onttrekken zonder tegenprestatie. De curator vordert een verklaring voor recht en een hoofdelijke veroordeling van [X] c.s. tot betaling van een voorschot van € 400.000,- op de schadevergoeding. De rechtbank had eerder de vorderingen van de curator afgewezen, wat de curator tot hoger beroep heeft gedreven met zeven grieven.

Het hof heeft besloten een comparitie van partijen te gelasten om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. De curator heeft verschillende grieven ingediend, waaronder onrechtmatige onttrekkingen van relaties met adverteerders, jingles, apparatuur en overeenkomsten met diskjockeys. Het hof zal ter comparitie de stellingen van beide partijen bespreken en de bewijsmogelijkheden van de curator aan de orde stellen.

De beslissing van het hof houdt in dat partijen in persoon moeten verschijnen, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.141.194/01
zaak-/rolnummer rechtbank: C/13/536908 / HA ZA 13-243 (Amsterdam)
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 29 augustus 2017
inzake
[curator], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Radio Formats Nederland B.V.,
kantoorhoudende te [plaats] ,
appellant,
advocaat: mr. E. van den Broeck te Nijmegen,
tegen

1.[X] ,

wonend te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOPPOT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOOMERANG HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YOUNG CITY MEDIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL RADIO FORMATS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL SALES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECIBEL PRODUCTIONS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerden,
advocaat: mr. A. Gabel te Utrecht.
Partijen zullen hierna “de curator” en “ [X] c.s.” worden genoemd. De gefailleerde vennootschap zal als “RFN” worden aangeduid.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1.
Het verdere verloop na het tussenarrest van 6 januari 2015 blijkt uit:
- de memorie van grieven met producties,
- de memorie van antwoord met producties.
1.2.
Vervolgens is arrest gevraagd.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis van 16 oktober 2013 onder 2.1 tot en met 2.13 de vaststaande feiten vermeld die zij bij de beoordeling van deze zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.

3.Beoordeling

3.1.
De curator stelt zich in dit geding op het standpunt, samengevat, dat [X] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens RFN en de gezamenlijke schuldeisers van RFN doordat zij kort voor het faillissement van RFN zonder tegenprestatie of compensatie vermogensbestanddelen aan RFN hebben onttrokken. Subsidiair stelt de curator zich op het standpunt dat [X] c.s. door die onttrekkingen ongerechtvaardigd zijn verrijkt. Naast een verklaring voor recht vordert de curator zowel primair als subsidiair de hoofdelijke veroordeling van [X] c.s. tot betaling van een voorschot van € 400.000,- op de hem toekomende schadevergoeding, met nevenvorderingen. De rechtbank heeft de vorderingen van de curator afgewezen en de curator veroordeeld in de proceskosten. De curator komt hiertegen in hoger beroep op met zeven grieven.
3.2.
Het hof ziet aanleiding een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij met name bewijsvoering aan de orde zal komen.
3.3.
De hierna kort te bespreken, door de curator gestelde onttrekkingen zullen ter comparitie aan de orde worden gesteld.
relaties met adverteerders (grief 2)
3.4.
Volgens de curator hebben [X] c.s. de relaties van RFN met adverteerders overgenomen zonder RFN daarvoor te vergoeden. Hij stelt met verwijzing naar een verklaring van [A] dat [X] kort voor het faillissement van RFN een map contracten van [B] in ontvangst heeft genomen en dat de betreffende adverteerders vervolgens hebben geadverteerd op het nieuwe Radio Decibel van [X] c.s., die de advertentie-inkomsten ook hebben geïncasseerd. De curator verwijst voor dit laatste naar stukken met betrekking tot twee door hem na faillissementsdatum ontvangen betalingen van adverteerders. Daaruit blijkt volgens de curator dat [X] c.s. ook vergoedingen die betrekking hebben op de periode voorafgaand aan het faillissement van RFN hebben geïncasseerd, alsmede dat zij de advertentieovereenkomsten van RFN hebben overgenomen en uitgevoerd en daarmee (inkomsten uit) die advertentieovereenkomsten hebben onttrokken aan RFN.
jingles van Radio Decibel (grief 3)
3.5.
In reactie op het verwijt van de curator dat zij aan de haal zijn gegaan met de jingles van RFN, hebben [X] c.s. gesteld dat zij zelf jingles hebben laten maken, dat zij geen jingles van RFN hebben gebruikt en dat RFN, anders dan de curator stelt, nooit jingles heeft laten ontwikkelen door The Rocketeers B.V. [X] c.s. verwijzen in dit verband naar de door hen bij memorie van antwoord overgelegde e-mail van The Rocketeers. De curator zal ter comparitie op deze productie kunnen reageren en zijn bewijsmogelijkheden kunnen schetsen.
apparatuur (grief 4)
3.6.
In hoger beroep heeft de curator zijn stelling gehandhaafd dat [X] c.s. aan RFN toebehorende apparatuur hebben ontvreemd. Hij onderbouwt deze stelling onder meer met een verklaring van [C] , die verklaart in opdracht van [X] de in de verklaring opgesomde zaken te hebben verplaatst van de [adres 1] naar het bedrijf van [X] aan de [adres 2] . Ter comparitie zullen de hiertegen door [X] c.s. bij memorie van antwoord gevoerde verweren worden besproken, alsmede de bewijsmogelijkheden van de curator.
DJ’s (grief 5)
3.7.
Bij memorie van grieven heeft de curator aangevoerd dat [X] c.s. overeenkomsten met de diskjockeys [D] en [E] heeft overgenomen of gebruikt, zonder RFN daarvoor te compenseren. De curator zal ter comparitie kunnen reageren op de stelling van [X] c.s. bij memorie van antwoord dat nimmer enige rechtsbetrekking tussen RFN en [D] heeft bestaan en op de bij die memorie overgelegde e-mail van [E] .
programmaproductieovereenkomst - frequentie 94.9 FM (grief 6)
3.8.
De curator heeft zijn stelling dat sprake was van een vooropgezet plan van [X] c.s. bij memorie van grieven onderbouwd met een brief van [X] aan BKB3 van 14 december 2014. Volgens de curator houdt die brief een toezegging in dat [X] c.s. de kosten voor de frequentie van RFN zouden voldoen, op welke toezegging RFN mocht vertrouwen en welke toezegging [X] c.s. niet zijn nagekomen, met de ontbinding door BKB3 van de programmaproductieovereenkomst en het vervolgens aangaan door [X] c.s. van een dergelijke overeenkomst tot gevolg. Bij memorie van antwoord stellen [X] c.s. dat aan bedoelde brief niet de betekenis kan worden gegeven die de curator daaraan hecht. Volgens [X] c.s. staat de brief los van RFN en zag de daarin vervatte toezegging op het plan van [B] om op de frequentie van RFN per 1 januari 2009 Radio Unique te starten. Het hof wenst ter comparitie met partijen de gang van zaken te bespreken bij het verloren gaan voor RFN van haar frequentie en (haar gebruik van) de naam Radio Decibel.
goodwill (grief 7)
3.9.
In reactie op de zevende grief van de curator hebben [X] c.s. aangevoerd dat de waarde en goodwill van een radiostation hem voornamelijk zit in de merknaam en dat een radiozender in essentie bestaat uit een merknaam en een frequentie. [X] c.s. wijzen er op dat het merk Radio Decibel niet van RFN was, maar van [B] , die de rechten met betrekking tot dat merk per 1 januari 2009 aan [X] c.s. heeft overgedragen. Zij stellen dat indien al zou blijken dat zij ‘de hele onderneming inclusief de activa’ aan RFN hebben onttrokken, er nog altijd nauwelijks iets af te rekenen valt. Ook bij deze gedachtegang wenst het hof ter comparitie met partijen stil te staan.
3.10.
Anders dan hiervoor omwille van de leesbaarheid is gedaan, zal het hof ter comparitie ook aandacht besteden aan de vraag aan welke geïntimeerden de betreffende gedragingen steeds worden verweten.
3.11.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor de partijen die rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun raadslieden zullen verschijnen voor mr. D.J. Oranje, hierbij benoemd tot raadsheer-commissaris, , die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 3.2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen vier weken na heden op de rol hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de maanden oktober en november kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. , D.J. Oranje, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en P.E. de Kort en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2017.