ECLI:NL:GHAMS:2017:3431

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2017
Publicatiedatum
25 augustus 2017
Zaaknummer
23-000379-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrek aan kennisgeving aan de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 17 januari 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1977, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar was niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat er geen feitelijke woon- of verblijfplaats van de verdachte in Nederland bekend was ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep, maar dat er wel een adres in Spanje was. De stukken toonden aan dat er geen akte van uitreiking aanwezig was, waaruit bleek dat de dagvaarding naar het buitenlandse adres was verzonden. Hierdoor was de dagvaarding niet op de juiste wijze uitgereikt volgens de eisen van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft geconcludeerd dat de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard moest worden, omdat de verdachte niet op de hoogte was gesteld van de zitting. De beslissing van het hof was dus gebaseerd op de procedurele fout in de kennisgeving aan de verdachte. Het arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was, en is ondertekend door de griffier D.J. Herbrink.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000379-17
datum uitspraak: 11 augustus 2017
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 januari 2017 in de strafzaak onder parketnummer
96-178851-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
11 augustus 2017.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Uit de stukken blijkt dat van de verdachte ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was, maar wel een adres in Spanje.
Uit de informatiestaat SKDB-persoon d.d. 16 juni 2017 is het volgende adres van de verdachte naar voren gekomen: [adres 1] .
In de stukken van het dossier bevindt zich geen akte van uitreiking, waaruit blijkt dat een afschrift van de dagvaarding naar dit buitenlandse adres is verzonden. De uitreiking is derhalve niet geschied op de bij het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven wijze. De dagvaarding dient op grond daarvan - nu verdachte niet ter terechtzitting is verschenen - nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.A.M. Hoek, mr. N.A. Schimmel en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van
D.J. Herbrink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
11 augustus 2017.