Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“relevante medische gegevens:
- Diagnose: depressieve klachten, mentale reactie na miskraam.
- Aanvullende gegevens en beloop: miskraam na graviditeit van een maand. Heeft nodige in haar losgemaakt.
- Belastende factoren in de privésituatie: [er worden twee specifieke situaties genoemd, hof].
- Werk: Countermanager voor 4 dagen per week. Vanaf 2006 bij huidige werkgever, werkt op de vestiging in [plaats] . Aansturen van 2 collega’s en verder volledig meewerkend, alle handelingen.
- Onderzoek: emotioneel.
- Conclusie: tijdelijk niet geschikt voor eigen of ander werk.
- Medische diagnose: mentale overbelasting, paniek-depressieve klachten door combinatie van factoren (traumatische ervaringen in het verleden, werkdruk en lichte gestoorde onderlinge reacties op het werk).
- Beloop: ervaart geen verbetering (…).
Beste [… ] , Jouw voorstel aan mij van woensdag 4 april 2012 om wellicht in [plaats] vertaalwerkzaamheden te doen en trainingen voor te bereiden, heb ik afgelopen vrijdag 6 april 2012 met de arbo-arts, de heer [X] , besproken. Dit voorstel past echter niet binnen zijn advies, en ik kan de training van 10 april 2012 daarom ook niet bijwonen. Dit voorstel is voor mij namelijk niet haalbaar mede gelet op de lange reisduur van [plaats] naar [plaats] (3,2 uren)
Ik heb [appellante] gebeld, het gesprek met [… ] is goed verlopen (...). Het gesprek met [B] daarentegen was negatief (...) en [appellante] heeft niet het gevoel dat [B] wil dat ze terugkomt. [appellante] was heel gestresst daarna. Net wat we niet moeten hebben dus! [… ] , we weten dat [appellante] absoluut naar [plaats] moet terugkeren, dus we gaan haar daarin (…) tegemoetkomen, hoe dan ook. Haar re-integratie mag niet door een conflict met een collega belemmerd worden. Indien dit probleem blijft zal er rond de tafel gezeten moeten worden met [appellante] en [B] .(...)”.
Stand van zaken: De informatie van de specialist is eind september 2012 ontvangen. De informatie van de specialist bevestigt de melding van mevrouw [appellante] dat de terugkerende hinderlijke klachten van de gezichtshuid op grond van de onderzoeken een directe relatie hebben met het gebruiken van cosmetica en stoffen die in het werkmilieu aanwezig zijn.” In oktober 2012 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat [appellante] blijvende beperkingen heeft voor haar eigen werk en geadviseerd een arbeidsdeskundig re-integratieonderzoek (ARO)
- werknemer is niet in staat te werken met of in de omgeving van parfums. Dat is echter inherent aan het eigen werk.
- Werknemer is niet in staat tot klantcontact, hetgeen in eigen werk veelvuldig nodig is.
3.Beoordeling
De informatie van de specialist bevestigt de melding van mevrouw [appellante] dat de terugkerende hinderlijke klachten van de gezichtshuid op grond van de onderzoeken een directe relatie hebben met het gebruiken van cosmetica en stoffen die in het werkmilieu aanwezig zijn.” Wat de naam is van de betreffende dermatoloog, waarop diens oordeel is gebaseerd en of deze dermatoloog op de hoogte is van de specifieke omstandigheden, waartoe het gegeven dat de huidklachten zich manifesteerden in een periode dat [appellante] niét werkzaam was bij Estée Lauder, is door [appellante] niet kenbaar gemaakt, laat staan dat een verklaring van de dermatoloog zelf is ingebracht. Bovendien blijkt uit het citaat niet dat de dermatoloog een verband heeft gelegd tussen het gebruik van cosmetica en het
ontstaan van de allergieënmaar slechts tussen dat gebruik en het
optreden van de klachten.