ECLI:NL:GHAMS:2017:3295
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek omgang grootmoeder op grond van zwaarwegende belangen kleinkinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot omgang tussen een grootmoeder en haar kleinkinderen. De grootmoeder had verzocht om omgang met de kinderen, maar de vader van de kinderen verzet zich hiertegen. De vader heeft betoogd dat de omgangsregeling niet goed verloopt en dat de grootmoeder de kinderen onder druk zet. Hij vreest voor herhaling van mishandeling in het verleden en geeft aan dat de kinderen niet naar de omgangsafspraken willen. De vader en zijn partner dwingen de kinderen om naar de grootmoeder te gaan, wat hij niet in het belang van de kinderen acht. De grootmoeder stelt dat de omgang positief verloopt en dat de vader ook niet altijd is verschenen. De GI (Gezinsorganisatie) heeft aangegeven dat de omgang belastend is voor de kinderen, die zich in een loyaliteitsconflict bevinden tussen de grootmoeder en de vader.
Het hof heeft overwogen dat het recht op omgang voor de grootmoeder niet onbegrensd is en kan worden ontzegd op grond van de zwaarwegende belangen van de kinderen. Het hof concludeert dat de omgangsregeling niet naar behoren verloopt en dat de kinderen lijden onder de spanningen tussen de grootmoeder en de vader. De omgang leidt tot veel spanning en heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Daarom heeft het hof de verzoeken van de GI en de grootmoeder afgewezen en geoordeeld dat omgang onder de huidige omstandigheden te belastend is voor de kinderen. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de beslissing aan te houden voor een raadsonderzoek, omdat alle betrokkenen duidelijkheid willen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.