Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
any correspondence, drawings, calculations or other documents which belong to the [Adyen] and/or any affiliated enterprise, its customers and its other business relations, and which relate in the widest sense to its business affairs, or any copies thereof or notes taken therefrom– overtreden en alleen als zij de hier bedoelde data in privé onder zich heeft, is zij op grond van het bepaalde in artikel 13.3 van de arbeidsovereenkomst verplicht deze data –
including copies thereof and whether contained on data carriers or not– in het bezit van Adyen te stellen. Alleen als aannemelijk is dat [appellante] het in artikel 13.2 neergelegde verbod heeft overtreden en vervolgens niet heeft voldaan aan de uit artikel 13.3 volgende verplichting tot afgifte, is bovendien waarschijnlijk dat in een eventuele bodemprocedure zal worden beslist overeenkomstig de in dit geding door Adyen verlangde voorzieningen.
removable media, such as USB sticks or external hard drives, door werknemers niet toegestaan zonder verkregen schriftelijke toestemming daartoe en heeft
unauthorized storage, transmission or processing of any non-public information on removable mediadisciplinaire maatregelen tot gevolg. Hierbij is niet bepaald en hieruit volgt evenmin dat een werknemer die zonder toestemming een externe harde schijf heeft aangesloten op een hem of haar door Adyen ter beschikking gestelde laptop, verplicht is die harde schijf aan Adyen af te geven ongeacht of zich daarop data bevinden zoals in de artikelen 13.2 en 13.3 van de arbeidsovereenkomst tussen partijen bedoeld, terwijl artikel 14.3.5 van het genoemde Compliance Handbook ook anderszins niet een verderstrekkende verplichting tot afgifte op [appellante] legt dan artikel 13.3 van de arbeidsovereenkomst. Een verderstrekkende, van het antwoord op de vraag of [appellante] data toebehorend aan Adyen naar een externe harde schijf heeft gekopieerd onafhankelijke, verplichting tot afgifte kan Adyen evenmin ontlenen aan het bepaalde in artikel 843a Rv, alleen al omdat zij zich ter ondersteuning van haar vorderingen pas voor het eerst bij pleidooi in hoger beroep op deze bepaling heeft beroepen en zich geen uitzondering voordoet op de uit artikel 347, eerste lid, Rv voortvloeiende regel dat zij dit niet later dan bij de memorie van antwoord had moeten doen. Hierbij wordt nog daargelaten dat niet valt in te zien dat Adyen een rechtmatig belang heeft bij afgifte van een door [appellante] gebruikte externe harde schijf als niet aannemelijk is dat die daarnaar data toebehorend aan Adyen heeft gekopieerd.
[to] destroy from his computers, paper records and from any other means of holding data, all data related to business affairs of [Adyen], was [appellante] verplicht in geval van beëindiging van het dienstverband de desbetreffende data van de laptop te verwijderen. Volgens haar stellingen in hoger beroep had zij hiermee reeds voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst een begin gemaakt. Dit kan de verwijdering van de bedoelde data van de laptop verklaren, zonder dat deze naar een externe harde schijf hoeven te zijn gekopieerd.
remote logging), zonder de medewerking van [appellante] zelf. De onder 3.10 genoemde gedragingen van [appellante] na de betekening van het bestreden vonnis, door haar omschreven als een ‘noodsprong’ van iemand die zich onder zware druk gezet voelde, doen aan een en ander niet af. Bij deze stand van zaken is zonder bewijslevering, waarvoor in dit kort geding geen plaats is, niet aannemelijk en kan thans dus niet worden aangenomen dat [appellante] data toebehorend aan Adyen vanaf de laptop heeft gekopieerd naar een externe harde schijf.