ECLI:NL:GHAMS:2017:3153
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.C. Schenkeveld
- R.G. Kemmers
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot erkenning van kinderen in het kader van familierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming tot erkenning van twee kinderen door de man, die de biologische vader is. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 18 mei 2016 aangevochten, waarin aan de man vervangende toestemming tot erkenning was verleend. De moeder betoogde dat de erkenning ernstige spanningen bij haar zou veroorzaken, wat negatieve gevolgen voor de kinderen zou hebben. De man daarentegen stelde dat de emotionele weerstand van de moeder onvoldoende grond was om de erkenning te weigeren en dat hij, na behandeling voor huiselijk geweld, geen risico's meer vormde voor de kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 februari 2017 zijn zowel de moeder als de man verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook advies uitgebracht. Het hof heeft overwogen dat de belangen van de man en de kinderen bij erkenning zwaarder wegen dan de belangen van de moeder bij niet-erkenning. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder voldoende in staat is om met de door de erkenning veroorzaakte stress om te gaan en dat er geen reële risico's zijn dat de kinderen in hun ontwikkeling worden belemmerd.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij aan de man vervangende toestemming tot erkenning van de kinderen is verleend. De man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn incidenteel hoger beroep, en het hof heeft bepaald dat de griffier de beschikking pas na drie maanden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zal zenden, mits er geen cassatieberoep is ingesteld.