Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X],
Dillenburg Management B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Approvals by the General Meeting
3.Beoordeling
- dat de besluiten tot opzegging van de managementovereenkomst, tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [X] c.s. en tot het aanhangig maken van deze procedure worden nietig verklaard, althans vernietigd;
- dat voor recht wordt verklaard dat deze besluiten en de daarmee samenhangende rechtshandelingen moeten worden teruggedraaid en BKGI wordt veroordeeld om aan [X] c.s. te betalen de periodiek verschuldigde vergoedingen uit de managementovereenkomst, te vermeerderen met kosten en overige schade;
- dat BKGI wordt veroordeeld tot schadevergoeding, op te maken bij staat.
grief 3komt de curator op tegen het oordeel van de rechtbank in rov. 5.6 ter zake van de stelling van [X] c.s. dat de overeenkomst tussentijds niet kon worden beëindigd, althans dat deze op onrechtmatige wijze is opgezegd. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake is van een overeenkomst van opdracht voor onbepaalde tijd. [X] c.s. heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld om te oordelen dat de overeenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd. Hetzelfde geldt voor het verwijt dat de opzegging onrechtmatig, althans in strijd met in artikel 2:8 BW was, aldus de rechtbank.