3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
3.1.1[appellant] is tandarts van beroep en heeft zijn eigen tandartspraktijk. [appellant] heeft zijn vermogen belegd in vastgoed. Hij bankiert al lange tijd bij ING.
3.1.2Eind 2007 spraken [appellant] en ING over herfinanciering van de leningenportefeuille van [appellant] , waarbij ING de leningen die [appellant] aanhield bij andere banken zou overnemen. Tevens wenste [appellant] extra kredietruimte, waarvan een groot gedeelte als lening en niet als rekening-courant.
3.1.3[appellant] beschikte op dat moment, naast een woninghypotheek, over een kredietfaciliteit bij ING van EUR 1.414.583,47, bestaande uit:
- een Euroflexlening van EUR 414.583,47; en
- een rekening courant krediet van EUR 1.000.000.
3.1.4Bij e-mail van 30 mei 2008, waarin de kredietbehoefte van [appellant] wordt geïnventariseerd, heeft K.E. van Dijk , de account manager van [appellant] bij ING, voor zover van belang, het volgende aan [appellant] bericht:
“Daarbij was het jouw insteek om de leningen variabel te financieren omdat het verschil tussen de korte en lange rente momenteel niet substantieel groot is.
Gezien de recente renteontwikkelingen ben ik het eens om naar een gedeeltelijke rentefixatie te gaan kijken voor het ‘zakelijke’ deel van de lening. Helaas is de kapitaalmarkt de laatste maanden behoorlijk opgelopen. Ik zou kunnen kijken of wij hier zouden kunnen werken met een derivatenoplossing (hebben wij het al mondeling besproken) maar daar moet ik - omdat het hier een particuliere financiering is - speciale toestemming voor vragen in het kader van de zorgplichtrichtlijnen. Als je hiervoor een separaat voorstel zou willen ontvangen, dan ga ik dat proberen te regelen.”
3.1.5Bij e-mail van 6 juni 2008 heeft Van Dijk , voor zover van belang, het volgende aan [appellant] bericht:
“Beste […] ,
De afgelopen dagen hebben wij contact gehad met jouw accountant inzake de gevraagde financieringsaanbieding. Wij zijn bereid - op hoofdlijnen - de volgende gewijzigde aanbieding te doen.
Wij stellen voor om een totale faciliteit te verstrekken van EUR 2.980.000,00, te verdelen als volgt:
- een privéhypotheek ad EUR 620.000,00 (conform eerdere voorstel tegen variabele rente);
- de continuatie van de privéhypotheek ad EUR 111.286,12 (blijft zoals het nu is)
- een rekening-courant krediet ad EUR 250.000,00 (verlaging van EUR 750.000,00 t.o.v. huidige kredietlimiet, condities ongewijzigd)
- Euroflexlening ad EUR 2.000.000,00, ingaande 1 juli a.s. met een aflossing van EUR 10.000,00 per kwartaal en tevens de koppeling van de bestaande kapitaalsverzekering met een doelkapitaal van EUR 670.000,00 bij Avero. De rente hierbij bedraagt thans 0,75% boven het 3-maands Euribor dat geld op de dag van opname (thans 4,87%), te betalen per maand achteraf. Uw accountant heeft de voorkeur uitgesproken voor een rentefixatie voor 5 jaar. Daarbij stellen wij voor om naast de euroflexlening een rentederivaat af te sluiten waarbij het euribor wordt geruild tegen een 5-jaars tarief (gekoppeld aan het IRS). Dit tarief is (indicatief) momenteel 4,95% (inkoop IRS) +/+ 0,75% (debiteurenopslag) = 5,70% per jaar voor 5 jaar fixe. Voordeel van een dergelijke constructie is dat je een optimale flexibiliteit houdt m.b.t. de financiering en ook kunt profiteren van mogelijke wijzigingen in de geld- en kapitaalmarkt. Wel stel ik voor om deze financieringsvariant (dat heb ik reeds met jouw accountant besproken) samen met een specialist op dit terrein goed door te nemen om de voors en tegens te bespreken. Voor de goede orde maak ik nog een voorbehoud voor het mogen aanbieden van deze optie in het kader van de WFT/zorgplicht. Ik wacht nog op een besluit van onze toetsingscommissie in dit kader.
(...)
De bijzondere voorwaarde dat minimaal EUR 400.000,00 moet worden afgelost bij verkoop pand aan de [adres] laten wij op voorhand vervallen. Wij stellen voor om - als die situatie zich voordoet - in gezamenlijk overleg te bepalen welk deel van de opbrengst in mindering dient te worden gebracht op de totale financiering.”
3.1.6Op 11 juni 2008 heeft ING een presentatie gegeven waarin diverse mogelijkheden tot afdekking van renterisico’s aan de orde kwamen. Aan de orde kwamen drie verschillende derivatenoplossingen, te weten de renteswap, rentecap en rentecollar. In de documentatie stond bij de swap onder het kopje ‘Voordelen IRS ten opzichte van rentevast lening’ vermeld ‘Mogelijk positieve/negatieve waarde bij voortijdige verkoop’. In de ‘Samenvatting’ stond dat de totale rentelast vermeerderd diende te worden met de in de Euroflex-financiering overeengekomen debiteurenopslag en onder ‘overige voorwaarden’ was opgenomen: “Alle genoemde prijzen zijn
indicaties van maandag 9 juni 2008en zijn
exclusief uw kredietopslaguit hoofde van de financieringsovereenkomst”.
3.1.7In het ‘Klantprofiel’ van [appellant] , gedateerd 18 juni 2008 is onder meer het volgende vastgelegd:
“U kunt voor uw krediet kiezen uit een variabele, een (voor bepaalde periode) vaste rente of een combinatie hiervan. Waar gaat uw voorkeur naar uit?
Variabele rente
Kunt u een eventuele rentestijging aan het eind van de rentelooptijd van 2% bovenop uw rente opvangen binnen uw verwachte inkomen, vermogen en/of lasten?
Ja”
3.1.8Bij brief van 17 juni 2008 heeft Van Dijk , voor zover van belang, als volgt aan [appellant] bericht:
“Financieren met variabele rente geeft u optimale flexibiliteit. De rentebeweging kan echter nadelige gevolgen hebben voor uw financiering. Om deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken biedt ING Bank haar cliënten een groot scala aan producten. Voorbeelden van deze producten zijn swaps en renteopties. Veel van deze producten behelzen maatwerk.
(...)
Profiel
(...)
Bij het doen van transacties wordt bekeken of de beoogde transacties in overeenstemming zijn met het profiel. In verband met het vastleggen van uw profiel is ING Bank tevens verplicht u te classificeren. ING Bank heeft u als niet-professionele belegger in de zin van de Wft aangemerkt.
Afspraken’
Nadat het profiel is opgesteld, worden nadere afspraken gemaakt. De afspraken betreffen onder meer de voorwaarden om zaken te doen met ING Bank. De zekerheden (Margin) die moeten worden verschaft bij het doen van deze transacties en afspraken omtrent het gebruik van systemen van ING Bank.(…)
(...)
Transacties
Om de risico’s van Treasury producten voor de bedrijfsvoering van de onderneming te beperken wordt het profiel van de cliënt door ING Bank vastgelegd. Het vastleggen daarvan is gericht op het zo goed mogelijk laten aansluiten van de dienstverlening van ING Bank op de specifieke situatie van uw ervaring met transacties in Treasury producten en uw doelstellingen. Voor het aangaan van transacties wordt u op de hoogte gesteld van de daaraan verbonden risico’s.
(…)
Verder zullen wij u waarschuwen indien uw posities zich ontwikkelen op een manier die niet in overeenstemming is met de gemaakte afspraken.”
3.1.9Op 18 juni 2008 heeft ING een offerte aan [appellant] gestuurd voor een Euroflexlening van EUR 2.000.000 en een rekening courant krediet van EUR 250.000. Voor het opgenomen deel van het rekening courant krediet gold het 1-maands Euribor-tarief (toen 4,473%) plus 1,5% per jaar. Voor de Euroflexlening gold het 3-maands Euribor tarief (toen 4,96%) plus 0,75%.
Voorts vermeldde de offerte bij de Euroflexlening, voor zover van belang, het volgende:
“
Tariefafspraak:De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht. Indien de Kredietnemer niet uiterlijk op de laatste dag van de rentevastperiode op het voorstel heeft gereageerd, wordt de Kredietnemer geacht akkoord te zijn gegaan met de aangeboden nieuwe opslag. Het Euribor-tarief wordt gepubliceerd in de landelijke dagbladen.”
In de ‘
Bepalingen bij de kredietfaciliteit’ is, voor zover van belang, het volgende opgenomen bij ‘
Bijzondere Bepalingen’
“Indien gebruik wordt gemaakt van het geoffreerde rentederivaat dan wordt de opslag van de Euroflexlening verlaagd naar 0,65% (boven het 3-maands Euribor-tarief).”
3.1.10Op 1 juli 2008 heeft [appellant] de offerte ondertekend. Daarbij is bij de Euroflexlening het percentage van de debetrenteopslag handmatig gewijzigd van 0,75% in 0,65%. Per 1 juli 2008 is [appellant] met ING een Interest Rate Swap aangegaan (hierna ook wel genoemd: de renteswap of swapovereenkomst). Krachtens de swapovereenkomst betaalde [appellant] voor een periode van 10 jaar maandelijks aan ING een vaste swaprente van 5,07% over de hoofdsom (van aanvankelijk € 2 miljoen en aan het einde van de looptijd ongeveer € 1,5 miljoen) en betaalde ING hem in ruil daarvoor over de hoofdsom maandelijks het dan geldende 3-maands Euribor-tarief.
3.1.11De door ING overgelegde productkaart “Interest Rate Swap” van ING bevat onder meer twee rekenvoorbeelden over de financieringslasten van een lening in combinatie met een renteswap met een looptijd van vijf jaar. In deze voorbeelden maakt het 12-maands Euribor-tarief gedurende die vijf jaar een - stijgende - ontwikkeling door, terwijl de debiteurenopslag in beide voorbeelden gedurende vijf jaar gelijk blijft (1,25%).
3.1.12In augustus 2008 is het pand [adres] verkocht voor € 615.000.
3.1.13Bij brief van 12 maart 2009 heeft ING [appellant] geïnformeerd over wijziging(en) in de kredietfaciliteit. Enerzijds worden wijzigingen in de zekerheden aangebracht en anderzijds wordt met betrekking tot de geldende bijzonder bepalingen zoals opgenomen in de kredietovereenkomst van 18 juni 2008 voor zover van belang, bericht: “in verband met de afgesloten Interest Rate Swap is de bijzondere bepaling, waarin wordt aangegeven dat de debetrenteopslag op de Euroflex naar 0,65% zal worden teruggebracht ingeval van afdekking van het renterisico, komen te vervallen”. Ook wordt de
Break-clausegeïntroduceerd, die bepaalde dat transacties in renteswaps geheel dan wel gedeeltelijk vervroegd worden tegengesloten indien leningen waarvoor renteswaps met ING zijn gesloten geheel of gedeeltelijk worden afgelost dan wel de modaliteiten van de leningen anderszins wijzigen. In verband met de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt gedurende de afgelopen maanden wordt de allowancefaciliteit verhoogd van € 200.000 naar € 480.000.
[appellant] heeft deze brief op 12 maart 2009 voor akkoord ondertekend.
3.1.14Bij brief van 10 juni 2009 heeft ING [appellant] meegedeeld dat op 1 juli 2009 de rentevastperiode van zijn Euroflexlening afloopt en doet zij een voorstel voor de condities van de nieuwe rentevastperiode, inhoudende een debetrenteopslag van 0,95% per jaar boven het 3-maands Euribor-tarief.
3.1.15Bij e-mail van 27 augustus 2010 heeft Van Dijk van ING als volgt aan [appellant] bericht:
“Tot slot is de rente op de kapitaalmarkt alleen maar verder gedaald, waardoor de negatieve waarde op de swap ook alleen maar groter is geworden en dat is op dit moment dus ook een behoorlijke ongedekte positie.
Dus dat wij onze dekkingspositie willen optimaliseren bij de gevraagde uitbreiding is niet onlogisch."
3.1.16In 2011 zijn er gesprekken geweest en heeft [appellant] herhaaldelijk vragen gesteld aan ING en geklaagd over de combinatie van de renteswap met de lening.
3.1.17In zijn e-mail van 15 juli 2011 aan ING heeft [appellant] , voor zover van belang, het volgende naar voren gebracht;
“In navolging van ons gesprek van 25 mei jl. op het kantoor en in aanwezigheid van mijn accountant Henk Boerma en Willem van den Hurk .
(...)
Dat duidelijkheid gewenst was bleek tijdens het gesprek maar al te goed omdat zaken die naar mij uitgelegd waren in de aankoop naar het tekenen van de door mij zo gewraakte offerte nu geheel anders uitgelegd worden. Hierdoor ontstaat een geheel andere situatie die totaal verschillend is dan mij voorgespiegeld in het voortraject. Het geadviseerde en de uitwerking ervan blijken niet te passen in zowel mijn persoonlijke als bedrijfsmatige financiële situatie.
(...)
In 2008 is op aanwijzing van mijn accountmanager van Dijk de rente-swap onder mijn aandacht gebracht. Volgens de uitleg over de gang van zaken rond deze rente-swap leek het ideaal en laag risico dragend om hierin te stappen. Mij werd uitgelegd dat ik op ieder moment uit de rente-swap kon stappen. Het werd mij voorgespiegeld als een op zich staande constructie buiten de reeds bestaande financiële verplichtingen richting de ING. (...) In ons gesprek van 25 mei bleek duidelijk dat de looptijd van dit swap contract 10 jaar is en tussentijds uitstappen kostbaar vanwege hoge boeteclausules op vervroegde aflossing omdat deze swap een eenheid blijkt te zijn met de lopende paraplu voorziening. Vervroegde aflossing op de RC-bv werd mij nu ontraden omdat het verhoogd aflossen op de rente/swap wel erg nadelig voor mij is. Als voorbeeld werd genoemd dat een paar maanden geleden de boete nog 20 % bedroeg.
(...)
Door de gang van zaken werd ik geconfronteerd met een kostenopslag die eenzijdig door de ING mij werd opgelegd met als motivatie dat ik binnen de nu voorliggende constructie een hoger risico geworden was. (...)
Mij is nu gebleken dat van alle kanten de ING profijt heeft bij de gang van zaken zoals ze nu voorliggen. Het commercieel belang voor de ING bij het verkopen van het rente-swap contract met het voorspiegelen van slechts gunstige voorwaarden hangt nu als een zwaard van damocles boven mijn hoofd. Het ingewikkelde en onoverzichtelijke van het voortraject heeft mij nu in een positie gebracht die slechts financiële nadelen voor mij heeft.”
3.1.18In zijn e-mail van 23 oktober 2011 aan ING heeft [appellant] , voor zover van belang, het volgende naar voren gebracht:
“Vast staat dat op advies van de ING mij het SWAP contract verkocht is, met als reden dat ik op deze manier het renterisico geheel kon afdekken. Dat hierbij een onlosmakelijke koppeling tussen deze SWAP constructie en mijn paraplu financiering ontstond, is mij nooit uitgelegd.
Mij is voorgelegd dat ik anytime van het contract af kon, ongeacht de looptijd ervan.
Nu blijkt dat bij verkoop van onroerend goed, wat nog steeds het advies van de ING is ook in de nieuwe kredietfaciliteit, mij dat op hoge boetes te staan komt omdat ik, zoals nu blijkt, de hieraan gekoppelde SWAP moet inlossen.
(…)
Dat de diepgaande gevolgen van deze constructie op mijn verdere financiële situatie voor mij niet overzichtelijk waren en nu noch steeds niet zijn, lijkt mij duidelijk.
Het door de ING genoemde telefoongesprek met uitleg omtrent de gang van zaken m.b.t. het verdere verloop van de SWAP constructie staat mij geheel niet bij. (graag terugspelen stemopname)
De vermelde fax met uitleg van de randvoorwaarden is mij onbekend. (graag deze fax ter inzage)
(…)
De door mij bedoeld rente opslag is een, eenzijdig door de ING opgelegde, risico-opslag welke onterecht is.”
(In haar brief van 28 september 2011 heeft ING geschreven dat het telefoongesprek door ING op tape is opgenomen en dat [appellant] nog een fax heeft ontvangen waarin de randvoorwaarden van het contract zijn benoemd.)
3.1.19In zijn e-mail van 5 december 2011 aan ING heeft [appellant] , voor zover van belang, het volgende naar voren gebracht;
“Vast staat dat de mogelijkheid van het SWAP-contract mij aangedragen is door de ING. Destijds werd deze SWAP-constructie door de ING aangeboden als afdekking van de als maar stijgende rente. In slechts twee gesprekken met de ING, waarvan 1 met dhr. Van Dijk en het tweede met een door de ING voorgestelde deskundige, werd mij uitleg gegeven omtrent de inhoud van dit SWAP-contract. (...) Vast staat dat ik na deze gesprekken nog steeds geen duidelijk beeld had over de verstrekkende gevolgen en het gegeven dat deze SWAP-constructie met mijn totale paraplu voorziening onlosmakelijk verbonden was. Mij is ook nooit duidelijk geweest dat ik 10 jaren vast zit aan dit SWAP-contract. Ook de hoge boetes, bij sterk dalende rentes of verkoop van onroerende zaken, zijn mij nu pas duidelijk geworden. Was mij dit alles duidelijk geweest bij het aangaan van het contract zou ik nooit op deze, door de ING voorgestelde constructie, zijn ingegaan.
(...) In mijn overtuiging is er bij het aanbieden van dit SWAP-contract en zijn complexiteit ervan, totaal voorbij gegaan aan de ondeskundigheid van mij in dit deel van de financiële wereld.
Ik had een dermate groot vertrouwen en geloof in de deskundigheid van mijn adviseurs binnen de ING, dat ik hun visie op de toekomstige ontwikkelingen op de rentemarkt en het door hen aangeboden product voor juist aangenomen heb.
(...)
Betreffende de liquiditeitsopslag kreeg ik in ons laatste gesprek de eerste toezegging dat deze niet verhoogd zou worden. Later werd dit afgezwakt, door dhr. Van Baren , tot het ervoor hard maken dat deze opslag niet verhoogd zou worden. Ik ben nog steeds van mening dat deze opslag mij onterecht door de ING bank opgelegd wordt.”
3.1.20Bij e-mail van 31 oktober 2013 heeft (de advocaat van) [appellant] , voor zover van belang, als volgt aan ING bericht:
“Al met al had de swap door de ING nooit aan cliënt geadviseerd mogen worden. En was cliënt vooraf deugdelijk geïnformeerd over de risico’s van de swap (zoals de ING verplicht was te doen), dan was cliënt de swap nooit aangegaan. (…)
Zonder meteen in details te treden, zult u begrijpen dat er de nodige gronden zijn voor een beroep op dwaling en/of de ING aansprakelijk te stellen vanwege het niet als redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur, nu een niet passend product (de IRS) is geadviseerd. Daarnaast ziet het ernaar uit dat ook de nodige zorgplichten zijn verzaakt.
(…)
… zodat met deze mail (…) zo nodig tevens de verjaring is gestuit.”
3.1.21Ten tijde van de comparitie in eerste aanleg, op 19 maart 2015, betaalde [appellant] een debetrenteopslag van 1,5% en had hij reeds een brief van ING gekregen dat deze opslag zou worden verhoogd naar 1,9%.