Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 18 maart 2012 te Den Haag, althans in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Erasmusweg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer4] , welk geweld bestond uit
Zaak met parketnummer 15/810144-12,
hij op of omstreeks 05 mei 2012 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 6] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen (met gebalde vuist) (met kracht) op/tegen het gezicht en/of het hoofd van die [slachtoffer 6] heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 05 mei 2012 te Rotterdam opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 6] ), meermalen (met gebalde vuist) (met kracht) op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
hij op of omstreeks 05 mei 2012 te Rotterdam [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
hij op of omstreeks 06 mei 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een of meer wapens van categorie III, te weten
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Partiële vrijspraken
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 5 mei 2012 te Rotterdam opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 6] , meermalen met gebalde vuist met kracht tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
29 (negenentwintig) maanden.
teruggaveaan [slachtoffer1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een telefoontoestel, Blackberry Bold 9900, kleur zwart.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een telefoontoestel, Blackberry Bold 9700, kleur wit.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.052,00 (duizend tweeënvijftig euro) bestaande uit € 52,00 (tweeënvijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.052,00 (duizend tweeënvijftig euro) bestaande uit € 52,00 (tweeënvijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.