In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, die op 30 september 2016 in Hoofddorp twee fotocamera's heeft gestolen, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die haar had veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 juli 2017 heeft de verdachte aangevoerd dat zij en haar partner de camera's weliswaar uit de winkel hebben meegenomen, maar deze later hebben teruggelegd. Het hof heeft echter geoordeeld dat dit alternatieve scenario niet aannemelijk is, omdat er geen bewijs is dat de camera's op een andere plek in de winkel zijn teruggevonden. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen en het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarbij rekening is gehouden met haar eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. Het hof heeft geen aanleiding gezien om een voorwaardelijke straf op te leggen, gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte.