In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 november 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1982, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hem was opgelegd dat hij zich gedurende drie maanden niet mocht bevinden in het dealeroverlastgebied van Amsterdam, specifiek de Wallen. Dit bevel was hem op 21 juli 2015 gegeven door de burgemeester van Amsterdam, en de verdachte had op 9 september 2015 dit bevel genegeerd door zich in het verboden gebied te bevinden.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van het gebiedsverbod, aangezien hij op 25 juli 2015 tijdens een politieverhoor was geïnformeerd over het bevel en een afschrift van de brief had ontvangen. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk niet had voldaan aan het bevel, en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde het bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan.
De straf die door het hof werd opgelegd bestond uit een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van twee jaren. Het hof benadrukte het belang van naleving van dergelijke bevelen voor de openbare orde en veiligheid in de stad, en dat het niet naleven van het bevel bijdraagt aan gevoelens van onveiligheid onder de bewoners en bezoekers van het gebied.