Uitspraak
GREENCHOICE,
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, kantoorhoudende te Amsterdam,
[B],
[D],
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, kantoorhoudende te Utrecht,
5 [E] ,
[G],
[H],
[I],
[J],
[K],
[L],
[M],
mr. P.J. van der Korsten
mr. G.C. Berkhout, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.B. Gerretsen, kantoorhoudende te Rotterdam, en
mr. B.F. Assink, kantoorhoudende te Amsterdam,
15 Wilhelmus Petrus Maria VAN DER SCHOOT,
mr. B. Verkerk, kantoorhoudende te Rotterdam.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als Greenchoice,
- belanghebbenden sub 1 tot en met 4 gezamenlijk als [O] ,
- belanghebbende sub 5 tot en met 13 gezamenlijk als [P] ,
- belanghebbende sub 14 als Eneco,
- belanghebbende sub 15 als Van der Schoot.
- wanbeleid vastgesteld als nader in die beschikking omschreven;
- vastgesteld dat Energie Concurrent B.V. (hierna: Energie Concurrent), [D] en [B] , hiervoor hoofdverantwoordelijk zijn;
- Energie Concurrent ontslagen als bestuurder van Greenchoice;
- de benoeming van Van Westen tot bestuurder van Greenchoice verlengd met een periode van maximaal drie jaar;
- de overdracht ten titel van beheer van de door Energie Concurrent gehouden aandelen in Greenchoice aan Van der Schoot verlengd met een periode van drie jaar;
- drie nader aan te wijzen commissarissen, onder wie een voorzitter (hierna: raad van commissarissen) benoemd voor een periode van drie jaar;
- in afwijking van de statuten van Greenchoice een aantal nader in die beschikking omschreven bevoegdheden overgedragen aan de raad van commissarissen voor de duur van diens benoeming.
2.De feiten
3.De beoordeling van het verzoek
de factounanimiteit) en dat bepaalde bestuursbesluiten zowel aan goedkeuring van de algemene vergadering (met een vereiste meerderheid van 71%) als van de raad van commissarissen zullen zijn onderworpen. Voortzetting van de overdracht ten titel van beheer van de door Energie Concurrent in Greenchoice gehouden aandelen, acht Greenchoice nodig omdat zonder die voorziening [O] gezamenlijk binnen Greenchoice een indirecte meerderheid krijgen, met als gevolg dat het geschil binnen Energie Concurrent zal worden verplaatst naar het niveau van Greenchoice. Verlenging van de getroffen voorzieningen met een termijn van zes jaar zal zorgen voor rust en stabiliteit benodigd voor de uitvoering van de vastgestelde strategie van Greenchoice en geeft partijen voldoende tijd om hun onderlinge geschillen op te lossen.
governancedie vóór 9 juli 2014 bestond. Verlenging van de voorzieningen met een periode van zes jaar is te lang, ook omdat de zittingstermijn van Das, Sanders en Vincent dan te lang zou zijn.
governancein het leven roepen. Ter zitting is gebleken dat besprekingen daarover nog niet zijn voltooid en dat daarover tussen beide aandeelhouders en met inbreng van bestuur en commissarissen van Greenchoice mogelijk alsnog overeenstemming kan worden bereikt. Feit is echter dat de statuten van Greenchoice vooralsnog niet gewijzigd zijn.
corporate governancevan Greenchoice. Beëindiging van de voorzieningen zou Greenchoice blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat de geschillen tussen Energie Concurrent en Eneco opnieuw tot een onwerkbare situatie bij Greenchoice leiden, doordat de algemene vergadering van aandeelhouders en de raad van commissarissen gremia worden waarbinnen deze geschillen zich zullen manifesteren. Gelet op de aard en omvang van de onderneming van Greenchoice en de belangen van al haar stakeholders acht de Ondernemingskamer dat niet aanvaardbaar. Anderzijds ligt het in de rede dat indien de aandeelhouders van Greenchoice, zoals op de voet van artikel 2:8 BW van hen verwacht mag worden, zich redelijk en constructief opstellen, alsnog overeenstemming kan worden bereikt over ten minste een statutaire
corporate governancedie handhaving van de getroffen voorzieningen onnodig zou maken. De Ondernemingskamer heeft daarom de verwachting dat binnen de (verlengde) geldingsduur aan het wanbeleid een einde komt, althans dat dit einde in wezenlijke mate naderbij wordt gebracht door het vooralsnog handhaven van de voorzieningen.