ECLI:NL:GHAMS:2017:2640
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing van een strafzaak naar de rechtbank wegens onregelmatige dagvaarding
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 december 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in Suriname en thans zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hem ten laste was gelegd dat hij op 5 oktober 2015 te Amstelveen als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was bij een verkeersongeval en de plaats van het ongeval had verlaten. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat de dagvaarding in eerste aanleg niet op rechtsgeldige wijze was betekend, omdat deze niet was betekend op de bekende adressen van de verdachte in Suriname en Almere. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in eerste aanleg niet was verschenen, omdat hij niet op de juiste wijze op de hoogte was gesteld van de zitting. Gezien deze onregelmatigheden heeft het hof geoordeeld dat de politierechter niet had mogen beslissen over de hoofdzaak. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak teruggeworpen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de meervoudige strafkamer, waarbij de griffier ook aanwezig was. De oudste raadsheer was echter niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.